Nieuwsbrief
1 april 2022
Nieuws van DBNL - april 2022
Nieuwe titels van april
Het Plakkaat van Verlatinghe uit 1581 is een van de belangrijkste documenten uit de Nederlandse geschiedenis. Het werd ook wel ‘Akte van Verlatinghe’ genoemd. Met deze akte verlieten de Noordelijke Nederlanden na een vergadering in de Staten-Generaal het Habsburgse Rijk en verklaarden ze niet langer bestuurd te willen worden door de koning van Spanje. DBNL brengt het Plakkaat van verlatinge online in de editie van historica M.E.H.N. Mout uit 2018, met een uitgebreide inleiding en aantekeningen.
Polydoor en Theodoor en andere novellen en schetsen (1883) is een uitgave met negen stukken van de toen reeds overleden Rosalie Loveling en één langere novelle van haar twee jaar jongere zus Virginie. Die novelle, Polydoor & Theodoor, verhaalt over een gezelschapsjuffrouw die terechtkomt in een gezin waarin een te lakse opvoeding heeft gezorgd voor onuitstaanbare karakters. Ook de negen schetsen van Rosalie behandelen elk in haar opmerkzame, sobere stijl verschillende facetten van opvoeding en onderwijs.
De schrijver Johannes Kneppelhout is het bekendst door zijn pseudoniem ‘Klikspaan’ en de schetsen over het Leidse studentenleven die hij onder die naam schreef. Hij schreef echter meer. Hij kwam uit een niet onbemiddelde familie en bezat veel vermogen waardoor hij veel kon reizen. In Mijne zondagen in het Vereenigde Koninkrijk (1859) vertelt hij over een reis die hij in 1857 maakte door Engeland, Wales en Schotland.
Verder deze maand online: Enkele reis Paramaribo. Terug in Suriname uit 2000, het verslag van de terugkeer naar zijn geboorteland door Iwan Brave, Beeldjes uit vrouwenleven (1938) van dichteres Hélène Swarth, dat inkijkjes biedt in de levens van vrouwen in verschillende levensfasen en de bundel Emigranten en andere verhalen uit 1933 van M.H. Székely-Lulofs met verhalen die zich afspelen in Nederlands-Indië en Australië.
Parels uit DBNL: Dolle Mina en het radicale feminisme
De eerste feministische golf (ca. 1880-1919) richtte zich vooral op het verwerven van stemrecht en recht op hoger onderwijs voor vrouwen. Toen deze doelen bereikt waren viel de beweging stil. Economische crisis, oorlog en wederopbouw zorgden er daarna voor dat sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen decennialang op een laag pitje stonden. Pas in de jaren ’60 begon het te gisten en te borrelen in de samenleving. Dit leidde onder andere tot een zogenaamde tweede feministische golf, met als officieel startpunt het artikel ‘Het onbehagen bij de vrouw’ van Joke Smit, dat in 1967 in het tijdschrift De Gids werd gepubliceerd. Smit richtte, onder anderen met Hedy d’Ancona, de actiegroep Man Vrouw Maatschappij (MVM) op, die via debat, media en politiek de positie van de vrouw in de samenleving wilde verbeteren.
Er was echter een groep Amsterdamse vrouwen (en sympathiserende mannen) die vond dat MVM zich aanpaste aan de heersende normen en te veel deel uitmaakte van de gevestigde orde. Zij wilden vanuit een radicaal feministisch-socialistisch gedachtengoed de maatschappij wakker schudden door middel van ludieke publieksacties. Voor hun beweging bedachten zij de geuzennaam Dolle Mina, een verwijzing naar de feministe Wilhelmina Drucker die zich ingezet had om de sociale ongelijkheid tussen mannen en vrouwen te verbeteren. Dolle Mina werd in 1969 opgericht, en in 1970 publiceerde zij een pamflet met haar ideeëngoed, getiteld: ‘Dolle Mina. Een rebelse meid is een parel in de klassenstrijd’.
De acties van Dolle Mina waren een groot succes. Met bezettingen, demonstraties, een ludieke ontvoering, verstoringen van missverkiezingen, het dichtplakken van urinoirs en het waarschuwen van mannen om ’s avonds niet alleen op straat te gaan wisten zij veel aandacht te genereren, zowel in Nederland als daarbuiten. Een beroemde actie is het verstoren van een gynaecologencongres door Dolle Mina’s met ontblote buiken waarop geschreven stond: ‘Baas in eigen buik’. De Dolle Mina-beweging breidde zich snel uit en in verschillende steden werden nieuwe plaatselijke groepen opgericht.
Vanaf het begin was er echter ook een splijtzwam in de beweging: de marxistische ideologie. Veel vrouwen voelden zich aangetrokken tot Dolle Mina vanwege de strijd om vrouwenrechten, maar waren niet per se aanhangers van het vergaande socialistische gedachtengoed van de oprichters. Dit zorgde ervoor dat de beweging al na een paar jaar uit elkaar begon te vallen. In feite was Dolle Mina in 1978 ter ziele. Haar relatief korte bestaan neemt echter niet weg dat Dolle Mina van grote betekenis is geweest voor de vrouwenbeweging in Nederland en daar buiten. Zij wist een groot publiek te bereiken met haar ideeëngoed door goed bedachte creatieve publieksacties. Talloze initiatieven en nieuwe vrouwengroepen zijn aan Dolle Mina ontsproten. Tot op de dag van vandaag is Dolle Mina een ijkpunt en bron van inspiratie voor de Nederlandse vrouwenbeweging.
Dolle Mina. Een rebelse meid is een parel in de klassenstrijd. Socialistiese Uitgeverij, Amsterdam 1970