Nieuwsbrief
4 oktober 2021
Nieuws van de DBNL - oktober 2021
Week van het Nederlands
De Week van het Nederlands is van start gegaan en DBNL is ook dit jaar weer van de partij! Ditmaal speelt DBNL een glansrol in het videocollege ‘Was er ooit een Vlaamse Shakespeare?’, verzorgd door Mike Kestemont (Universiteit Antwerpen) bij de Universiteit van Vlaanderen.
Parallel hieraan werd voor de Universiteit van Nederland een videocollege 'Is het nou friet of patat?' opgenomen met Jos Swanenberg (Tilburg University), waarin het Instituut voor de Nederlandse Taal aan bod komt. Dit college zal donderdag 7 oktober online komen. Met dit initiatief wil de Taalunie relevante bronnen voor het Nederlands onder de aandacht brengen van een breed publiek.
De Week van het Nederlands vindt dit jaar plaats van 2-9 oktober en heeft als thema ‘Taal op stelten’.
Nieuwe titels van oktober
Henriette Roland Holst (1869-1952) was als prominente communist befaamd in binnen- en buitenland. In de literatuur deed ze vooral van zich spreken als geëngageerd dichter. Maar behalve dichtbundels als De nieuwe geboort en Opwaartsche wegen schreef zij ook veel ander werk. Bijvoorbeeld toneel en dramatische poëzie bestemd voor voordracht. In de DBNL komt deze maand online de bundel De stem die roept uit 1936, met daarin ‘Zes kleine spelen en koren’. In haar latere leven keerde Roland Holst zich af van het dogmatische communisme, maar uit deze zinnen spreekt nog altijd de drang tot innig gewenste maatschappijhervorming in socialistische zin: ‘maak ons, die ikzucht en machtswaan bedrogen / voor den zegen der gemeenschap rijp’.
Van haar hand is ook de biografie Tolstoi, zijn wezen en zijn werk uit 1930. In deze biografie van de grote Rus ging Roland Holst op zoek naar de kern van zijn denken, dat van grote invloed was op de socialistische, pacifistische en links-religieuze bewegingen, ook in Nederland.
Ook worden de eerste vier jaargangen toegevoegd van het befaamde poëzietijdschrift Helikon uit de jaren dertig. Dit Maandschrift voor poëzie verscheen vanaf 1931 bij uitgeverij Boosten & Stols uit Maastricht en uitgever A.A.M. (Alexander) Stols, die zelf ook langdurig de redactie voerde. Later werd het tijdschrift omgevormd tot een zelfstandige reeks van afzonderlijke dichtbundels.
Ook online: het in 1667 verschenen werk De Leytse Cupido, in de klagende vryers en minnende jonckheyt uitgebeelt. Nevens eenige mengel-digjes van een zekere ‘J.v.T.’, amoureuze liedjes voor het Leidse uitgaanspubliek, niet in de laatste plaats de studenten.
Parels uit de DBNL
In 1987 verscheen het debuut van de Surinaamse schrijfster Cynthia McLeod (Paramaribo, 1936): Hoe duur was de suiker? In deze historische roman vertelt Mc Leod over de stiefzussen Elza en Sarith die behoren tot een joodse plantersfamilie. Beide zussen zijn anders opgevoed en hebben andere opvattingen over slavernij. Dit leidt tot spanningen tussen de zussen. Elza trouwt bovendien als eerste, met Rutger. Dit leidt tot jaloezie bij Sarith, die haar best doet de echtgenoot van haar stiefzus te verleiden. Op de achtergrond spelen de Boni-oorlogen, de opstanden van weggelopen tot slaaf gemaakten, onder leiding van Boni (ca. 1730-1793).
McLeod kwam op het idee voor de roman toen ze in de Library of Congress in Washington op zoek ging naar gegevens over de joodse gemeenschap. Ze raakte daar bevriend met een joodse vrouw, die verbaasd was te horen dat er in Zuid-Amerika joden woonden. Donkere joden zelfs. McLeod besefte hierdoor hoe bijzonder de geschiedenis van haar land is en wilde deze vastleggen.
Met haar debuut veroverde McLeod de harten van veel lezers in Suriname: bij een eerste signeersessie in Paramaribo werden er al 600 exemplaren verkocht. Nederland moest wachten tot 1995 voor het boek daar verscheen. Omdat het daar door een recensent ‘geen literatuur’ genoemd werd, was McLeod ook niet op zoek gegaan naar een uitgever. Totdat een uitgever zelf een exemplaar in handen kreeg en deze enthousiast contact met haar zocht. Inmiddels zijn er meer dan 200.000 exemplaren verkocht. Voor de Nederlandse markt werd het boek wel iets aangepast: in het origineel waren de dialogen tussen tot slaaf gemaakten in het Sranan geschreven, omdat zij in het echt geen Nederlands mochten praten met elkaar. Om de leesbaarheid voor Nederlanders te vergroten, verschenen de dialogen in Nederlandse vertaling.
Cynthia McLeod, jarig op 4 oktober, heeft inmiddels een indrukwekkend oeuvre opgebouwd. Vaarwel Merodia (1993), Ma Rochelle passée/Welkom El Dorado (1996) en Tweemaal Mariënburg (1997) zijn enkele van haar romans. Zij publiceerde daarnaast een studie over Elisabeth Samson, een zwarte vrouw die in de hoogtijdagen van de slavernij haar onafhankelijkheid opeiste en een groot vermogen wist te verwerven. Deze studie bewerkte McLeod tot de roman De vrije negerin Elisabeth, gevangene van kleur (2000). In 2005 verscheen ... die revolutie niet begrepen..., een roman over de militaire coup van 25 februari 1980 in Suriname en de dramatische ontwikkelingen die daarop volgden. Haar werken beslaan de periode van de slavernij tot en met de periode van dictatuur in de jaren ‘80. McLeod is nu 85 en treedt onder andere op als ‘cultureel ambassadeur van Suriname’ in het buitenland, waar ze lezingen geeft over haar boeken met betrekking tot de Surinaamse geschiedenis.
Voor haar bijdrage aan de Surinaamse literatuur ontving ze in 2010 de Rotary Vocational Excellence Award, een onderscheiding voor Surinamers die zich binnen hun beroep verdienstelijk geprofileerd hebben in het belang van de Surinaamse gemeenschap.
In 2013 werd Hoe duur was de suiker? verfilmd. De eerste druk is te lezen in de DBNL.
Jerry Dewnarain is redacteur en recensent bij de literaire pagina van het dagblad de Ware Tijd.
Cynthia McLeod, Hoe duur was de suiker? Vaco, Paramaribo 1987