Nieuwsbrief
4 juni 2019
Nieuws van de DBNL - juni 2019
Klanttevredenheidsonderzoek
Wij zijn benieuwd naar uw mening over DBNL. Wij nodigen u van harte uit om mee te doen aan het gebruikersonderzoek. Klik hier om het onderzoek te starten.
Nieuwe titels van juni
In Lust en Leering. Geschiedenis van het Nederlandse kinderboek in de negentiende eeuw proberen auteurs P.J. Buijnsters en Leontine Buijnsters-Smet de in hun ogen eenzijdige literatuurgeschiedschrijving van het Nederlandse kinderboek te vervangen door een meer gewogen en bredere beschrijving. Zo krijgen bijvoorbeeld poppenboeken en prentenboeken ruime aandacht in hun belangrijke werk, waar die bij voorgangers vaak compleet ontbrak. Het boek bevat prachtige platen, onder andere van een ‘groote poppenvergadering’ uit 1889 en het vuurwerk in Scheveningen uit 1898. De DBNL brengt de omvangrijke studie uit 2001 deze maand online.
A.L. Sötemann was een gezaghebbend neerlandicus en hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Utrecht in de twintigste eeuw. Over poetica en poëzie is een bundeling van zijn belangrijkste beschouwingen over de Nederlandse letterkunde, onder andere over de dichters Nijhoff, Bloem en Kouwenaar. De inleiders van de bundel rekenen de artikelen zelfs tot ‘de canon van het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de moderne Nederlandse letterkunde’. Deze maand verschijnt de eerste druk online.
Vlaerdings redenrijck-bergh is een bundeling van dialogen en zinnespelen, voorgedragen op de rederijkerswedstrijd van 1616 in Vlaardingen. De centrale vraag waarop de rederijkerskamers moesten dichten was: ‘Met welke maatregel is het land het meest gediend?’ Er waren prijzen te verdienen voor allerlei onderdelen, onder andere de prijs voor de kamer die het verst van Vlaardingen lag (Haarlem won). Het boek bevat bovendien een emoji-bericht avant la lettre: , waar de goede verstaander (Son) D(er) B(edroef) D(e Herten) in kan lezen.
Verder online deze maand heel veel gedichten van Gerrit Achterberg, Chris van Abkoudes verhaal over Jan Boenders, de jongen die het gaat maken in Amerika, en heel veel jaargangen van Onze Taal uit de vorige eeuw, waarin onder andere besproken wordt of ‘metro’ wel een goede naam is voor de dan nog nieuw aan te leggen metro in Rotterdam.
De schatkamer van... Sylvia Witteman
‘De DBNL is één grote schatkamer, ik zou niet zomaar één titel kunnen kiezen. Ik maak er voor mijn werk veel gebruik van. Als ik voor het boekenkatern een oud boek zoek, kom ik vaak bij de DBNL terecht en dan zit ik heel lang door te klikken naar andere werken. Vaak kom ik dan allerlei vergeten vondsten tegen en een hele stroom aan informatie. Persoonlijk lees ik graag naturalistische werken, maar ik ben de laatst overgeblevene in Nederland geloof ik. Frans Coenen bijvoorbeeld, echt van die boeken die je niet meer in je kast hebt staan. Die kast is trouwens een groot voordeel van een digitale bibliotheek. Ik moet nu elk jaar een nieuwe Ikea-kast kopen om alle fysieke boeken kwijt te kunnen. Ik lees uit mezelf heel veel en lezers sturen me vaak boeken toe. Met de DBNL hoef ik niet meer alles op papier te hebben, dat scheelt ruimte.
Wat is eigenlijk het verdienmodel? Ik zou er best wat geld voor overhebben om van de DBNL-diensten gebruik te kunnen maken, een euro per boek bijvoorbeeld. Maar het is nu ook wel makkelijk natuurlijk, geen gedoe met betaalmuren. Ik wens de DBNL dan ook nog veel meer boeken toe en gewoon dat iedereen er plezier van heeft.’
Sylvia Witteman is columnist voor de Volkskrant en schrijft onder andere voor het boekenkatern.
Parels uit de DBNL
Wie meer wil weten over de begindagen van het wielrennen in Vlaanderen, kan niet om Karel Van Wijnendaele (1882-1961) heen. Van Wijnendaele, pseudoniem van Karel Steyaert, drukte van pakweg de jaren ’20 tot medio jaren 1950 zijn stempel op de Belgisch-Vlaamse wielerscene: hij organiseerde wielerwedstrijden, was manager, fixer én bondscoach, en had op die manier een enorme invloed op de wielersport.
Hij was ook sportjournalist en in die hoedanigheid profileerde de West-Vlaming zich als een ‘predikheer in sportkostuum’, een man met een heilige missie. Via zijn schrijfsels in het mede door hem opgerichte dagblad Sportwereld (voor het eerst verschenen in 1912) wilde Van Wijnendaele het Vlaamse volk opnieuw doen ontwaken, Vlamingen weer zelfbewust maken. Deze boodschap staat ook centraal in Het rijke Vlaamsche wielerleven, waarin hij door middel van persoonlijke verhalen de geschiedenis van het Vlaamse wielrennen beschrijft. Het boek verscheen in 1942 in twee delen; een jaar later volgde de heruitgave, ditmaal in één volume. De sport moet van opleidende kracht zijn, zo titelde hij één van zijn hoofdstukken. Renners moesten volgens Van Wijnendaele voorbeelden zijn, niet alleen op gebied van inzet en doorzettingsvermogen, maar ook qua voorkomen en karaktereigenschappen: ‘anders mist de sport haar doel en hare zending. […] Maakt dat we fier op u kunnen wezen, omdat ge zijt het levende en tastbare beeld van ons Ras, van ons Volk, van dat taaie en sterke Vlaamsche Ras!’
Ook over de betekenis van zijn Ronde van Vlaanderen - Van Wijnendaele is medeoprichter - was hij duidelijk: ‘Van lieverlede werd die ronde een gebeurtenis, of een gevierde en verbeide dag, lijk deze van den Gulden Sporenslag een andere was.’ (Tijdens de Gulden Sporenslag in 1302 won een Vlaams leger een veldslag tegen een veel beter uitgerust Frans ridderleger.) Die gevoeligheid voor de Vlaamse identiteit heeft Van Wijnendaele naar eigen zeggen ‘opgelopen’ door het lezen van Hendrik Consciences De Leeuw van Vlaanderen (1838) waarmee zijn ‘jonge ziel in vuur en vlam werd gezet, voor al wat naar Vlaamsche strijd rook en naar Vlaamsche herwording!’
Wie de duidelijk aanwezige onderliggende boodschap buiten beschouwing laat en tussen de retorische regels door leest, maakt écht kennis met Vlaamse wielerhelden van weleer. Door de bijzonder kleurrijke taal raakt de lezer ook vandaag nog meegezogen in de avonturen van de pionierende Vlaamse renners en waant hij zich soms tussen de kampioenen.
Eén ding staat vast: mede dankzij de verdiensten van Karel Van Wijnendaele is het Vlaams en bij uitbreiding het Belgisch wielerverleden ‘rijk’ geworden en zijn duizenden Vlamingen besmet geraakt met het wielervirus.
Karel Van Wijnendaele, Het rijke Vlaamsche wielerleven. Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent 1943