bij de opzet en keuze van de Basisbibliotheek - Duizend sleutelteksten uit de cultuurgeschiedenis van de Lage Landen
April 2008
De Basisbibliotheek biedt een selectie van duizend titels uit de Nederlandstalige cultuurgeschiedenis van de Middeleeuwen tot heden, van romans tot proefschriften, van pamfletten tot bijbelvertalingen, van bakerrijmen tot memoires. Meer dan de helft van de teksten is nu al volledig beschikbaar1.
Onze huidige samenleving rust op het doen en denken van vele duizenden voorouders. Handelsgeest, verdraagzaamheid, goed onderwijs, ongelijkheid, verzuiling, regionalisme en democratie ontstaan niet van de ene dag op de andere, maar komen voort uit een permanente botsing van ideeën en meningen. Gedrukte teksten spelen al ruim acht eeuwen in de ontplooiing van nieuwe en richtinggevende ideeën een cruciale rol. Bovendien zijn ze belangrijk voor het vastleggen en doorgeven van historische inzichten en van het collectieve geheugen. Het uiteindelijke effect van het gedrukte woord is vaak moeilijk te meten, maar zeker is dat in de loop der eeuwen diverse teksten een vergaande invloed op de loop der gebeurtenissen en op het ontstaan van nieuwe leefwijzen en inzichten hebben gehad. Het zijn de sleutelteksten uit ons taalgebied.
Met De Basisbibliotheek, duizend sleutelteksten uit de Nederlandstalige cultuurgeschiedenis wil de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren een ruime bijdrage leveren aan de volledige beschikbaarheid van de voornaamste bronnen voor de Nederlandse cultuurgeschiedenis op internet. Het afgelopen jaar heeft een breed samengestelde commissie aan de hand van een uitgebreide groslijst de uiteindelijke keuze bepaald. De commissie stond voor de taak om een evenwichtige en representatieve keuze te maken uit een overweldigende reeks boeken, tijdschriften en pamfletten. Representatief hield in dit geval in dat de meest uitlopende teksten aan bod moesten komen. Het mocht niet alleen gaan om de toptitels uit literatuur, kunst en wetenschap, maar ook kinderboeken, populaire liedbundels, vlugschriften, dagboeken, brieven, toespraken, kookboeken, autobiografieën en schoolboeken moesten aan bod komen. De selectie zou bovendien zoveel mogelijk verschillende onderdelen van het maatschappelijke en culturele leven moeten bestrijken: geboren worden, opgroeien, schoolgaan, verliefdheid, seks, werken, carrière maken, reizen, tv-kijken, geloof, handel, techniek, natuurwetenschap, denken over politiek en samenleving. En dat door de eeuwen heen.
Het project ging van start onder de werktitel ‘Duizend meesterwerken’. Tijdens de beraadslagingen werd ‘meesterwerk’ gaandeweg vervangen door ‘sleuteltekst’. Dat bleek een veel handzamer begrip om de veelzijdigheid en meerstemmigheid van de Nederlandstalige cultuur te laten zien. Een deel van de teksten, misschien wel meer dan de helft, behoort desalniettemin tot de onbetwiste klassiekers uit het Nederlandse taalgebied: Van den vos Reynaerde, Max Havelaar, Herfsttij der Middeleeuwen, Het achterhuis. Voor een ander deel zijn de titels gekozen als bijzondere representanten van een veel grotere groep teksten uit een vakgebied of een genre. De keuze had soms ook heel gemakkelijk op een andere titel kunnen vallen.
De commissie kwam wel voor meer moeilijke afwegingen te staan. Hoe breed moest de blik worden opgerekt? Een paar uitgangspunten hebben geholpen bij het maken van afwegingen. De lijst moest betrekking hebben op de gehele Nederlandstalige cultuur, maar ook niet meer dan dat. Dit hield in dat Nederland en Vlaanderen, maar ook de verschillende koloniën en andere buitengewesten voldoende aan bod moesten komen. Vertalingen van buitenlandse titels zijn alleen opgenomen wanneer ze een bijzonder licht werpen op de Lage Landen, of een bijzondere invloed hebben uitgeoefend. De Statenvertaling is daar wellicht het meest sprekende voorbeeld van, maar datzelfde geldt ook voor Motley’s De opkomst van de Nederlandsche Republiek. Een andere belangrijke afweging was dat de lijst ook zoveel mogelijk verscheidenheid in aanpak en onderwerpskeuze binnen de verschillende deelgebieden moest laten zien. Hierdoor vielen veel bijzondere wetenschappelijke studies, met name uit de laatste decennia, buiten de boot. Ze waren, hoe onbarmhartig het ook klinkt, binnen dit bestek te veel van hetzelfde.
Vanaf het begin was duidelijk dat het zwaartepunt van de lijst sleutelteksten in de literatuur zou liggen – de dbnl is immers van oorsprong een website over Nederlandse taal en literatuur - en dat de blik vooral cultuurhistorisch gericht zou zijn. Waar een keuze werd gemaakt uit bijvoorbeeld natuurwetenschappelijk, theologische of sociologische studies werd niet alleen rekening gehouden met het cultuurhistorisch belang, maar ook met de toegankelijkheid van de teksten voor niet-vakgenoten.
Bij de definitieve selectie werd voor het recente werk een voorschot genomen op de eventuele toestemming van de auteur en uitgever. Voor boeken die nog volop in de handel zijn, kwam in een aantal gevallen geen toestemming. Veel titels uit met name de twintigste-eeuwse literaire canon komen daardoor niet in de lijst voor. Desondanks bleken veel uitgevers en auteurs of hun erven ruimhartig bereid aan dit project mee te werken, zodat er nu een lijst gepresenteerd wordt waarin werken uit de twintigste en zelfs uit de eenentwintigste eeuw wel degelijk in ruime mate beschikbaar zijn.
Hoe verhoudt de lijst van duizend sleutelteksten zich tot het geheel van alle bronnen voor de Nederlandstalige cultuurgeschiedenis? Het is uiteraard niet meer dan een fractie van alle teksten die in de loop der eeuwen in de Lage Landen zijn gedrukt, zeker wanneer kranten en populaire tijdschriften worden meegerekend. Wanneer we ons tot boeken en jaargangen van culturele tijdschriften beperken dan wordt het iets overzichtelijker, al bestaan er geen exacte cijfers over hoeveel nieuwe titels die er sinds de Middeleeuwen in de Nederlanden zijn geproduceerd. Het begon met een enkel werk in de twaalfde eeuw, omstreeks 1500 waren het er jaarlijks circa 100 (waarvan de meeste niet-Nederlandstalig) en op dit ogenblik zijn het er enkele duizenden per jaar. Een voorzichtige schatting komt al snel uit op ten minste 300 000 titels, en een ruime schatting op wellicht meer dan een half miljoen. Bij elkaar zijn dat waarschijnlijk bijna honderd miljoen pagina’s. Omdat de Basisbibliotheek nogal wat grotere titels omvat (denk aan de complete Gids sinds 1837), lijkt het aannemelijk dat er bij gereedkomen om en nabij 1 procent van de gedrukte Nederlandstalige cultuurgeschiedenis in is opgenomen.
Is de Basisbibliotheek een canon? De vraag is tijdens het selecteren en uitvoeren van het project regelmatig gesteld. Het project is te groot om een canon te zijn; het is wel een poging om de rijkdom, verscheidenheid en ook de verwevenheid van de Nederlandse cultuur in één blik te vangen. Met alle relativering die daar bij hoort. Het is te veel en tegelijkertijd te weinig.
Namens de commissie,
Paul Schnabel (voorzitter)
René van Stipriaan
Van de commissie ‘Duizend sleutelteksten’ maakten verder deel uit (in alfabetische volgorde):
Klaus Beekman (Universiteit van Amsterdam); Harry Bekkering (Radboud Universiteit Nijmegen), Dirk van Delft (Museum Boerhaave, Leiden), Michiel van Kempen (Universiteit van Amsterdam), Joep Leerssen (Universiteit van Amsterdam), Orlanda Lie (Universiteit Utrecht), Lut Missine (Universiteit Münster), Nelleke Moser (Vrije Universiteit, Amsterdam/ Universiteit Utrecht), Johan Oosterman (Radboud Universiteit Nijmegen),
Ben Peperkamp (Vrije Universiteit, Amsterdam), Bart Ramakers (Rijksuniversiteit Groningen), Nicoline van der Sijs (zelfstandig publicist) en Jo Tollebeek (KU, Leuven).
Woord van dank
De Basisbibliotheek is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van Ministerie van OC&W.
Ook vele auteurs en uitgevers droegen door hun welwillende toestemming in aanzienlijke mate bij aan de kwaliteit en allure van de hier gepresenteerde selectie.
Voorts is er op enig moment een materiële of immateriële bijdrage geleverd door instellingen als de Koninklijke Bibliotheek, De Universiteitsbibliotheek Leiden, Universiteitsbibliotheek Amsterdam, Het Huygens Instituut, Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, Instituut voor Nederlandse Lexicologie, Het Letterkundig Museum, AMVC Letterenhuis, Het Meertens Instituut, Stichting Menno ter Braak, het Willem Frederik Hermans Instituut, en vele andere instellingen.
Daarnaast wordt er op aan de Basisbibliotheek bijgedragen door vrijwilligersprojecten rond Van de proprieteyten der dingheni (o.l.v. Orlanda Lie), de Statenvertaling (o.l.v. Nicoline van der Sijs) en Coornherts Wercken (onder auspiciën van de Stichting Libertatis Ergo).
Vormgeving en realisatie
vormgeving: Studio Marise Knegtmans, Amsterdam
technische realisatie: Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Enige feiten en cijfers:
aantal zelfstandige titels: 1000
aantal titels per heden met volledig tekst online: ca. 600
afronding project: einde 2008
uiteindelijke totale omvang in pagina’s: ruim 800 000 (voorlopige schatting)
verdeling over onderwerpen/disciplines
literatuur 300
taalkunde 55
kunst en architectuur 70
exacte wetenschappen 85
gammawetenschappen 60
filosofie 35
theologie 50
geschiedenis 150
politiek & actualiteit 100
landschappen/reizen 50
sport 15
lifestyle/mode 30
geografische herkomst (globaal)
Zuid-Nederlands: 200
Noord-Nederlands: 700
Noord/Zuid beide 30
(ex-)koloniaal 20
internationaal 20
onduidelijk 30
1 Inmiddels is meer dan 95% van de titels beschikbaar.