Sonnetten(1885)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Toewijding. I. II. III. IV. Schelpen en ruischhoorns. In den stoomtram. Hekatombe. Waterwagen. Schilderen aan het strand. Geniale berusting. Bijziendheid. Μηνιν αειδε! Koketterie. De verrekijker. Dommekracht. Gymnastie. Het lichten van de zee. Weerspiegeling. Draailicht. Garnalen-visschers. Volle maan. Eb. Vloed. 's Avonds. 's Morgens. Zonsondergang. Visioen. Klimmen. Ruischhoorn. Heuvel- en woudklanken. Koeltje in 't bosch. Varens. Bui. Wolken. Campanula. Pinguicula. Boschbrand. Dennegeur. Zwerver. Gentiaan. Erica en bij. Republiek. Boschbessen. Boschrand. De roode boschbes. Het woud. Na den regen. Korenvelden. Convolvulus. Orchis maculata. Parkaanleg. Bedelaar. Uitvaart. Mei. Wisselwerking. Op den heuvel. Aan het meer. Herfstdraden. Rots en waterval. Echternach. Pijltjes. Porcelein-fabriek. Basiliek. Sint Petrus kerk. Luxemburgsche wandeling. Uit Zwitserland en Savoje. Rutli-weide. Museum te Basel. Op het meer van Genève. Goethe. Naar huis. Harnas en speer. Niet voor kinderen. Twijfel. Naturalistisch bedrog. Recensent. Ontwikkeling. Enthousiasme. Ongeduld. Ondank. Nieuw. Veeleischend. Groene chartreuse? Zelfbeheersching. Fabelen. Kikvorsch en leeuw. Kunstenaar en vloo. Adelaar en ram. De drie vlinders. Het beeld en de tuinman. Wesp en lelie. Kamrad en boer. Dichtstroom en bergstroom.