Zangen, ter gelegenheid van de algemeene vergadering der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, op dingsdag, den 8sten augustus, 1826(1826)–Willem Hendrik Warnsinck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Vóór de redevoering. Afwisselende stemmen en koor. Beschaving, kennis, wetenschap Verheffen tot den hoogsten trap 't Geluk van Volk en Staten; Waar wijsheid, waar verlichting woont, Dáár wordt de Vorst het schoonst gekroond, Door 't heil der onderzaten. Dáár prangt geen knellend slavenjuk; Dáár grieft geen smart, daar boeit geen druk; Dáár sticht de vreugd haar woning; Dáár, dáár vloeit aller wensch ineen; Dáár is het nut van 't algemeen 't Belang van Volk en Koning. Maar hooger zegen erft de Staat, Waar allen, Vorst en onderzaat, Den Heer des hemels dienen; Waar Godsdienst harten roert en treft, En oog en ziel ten hemel heft Tot God, den Ongezienen. Dáár bloeit de boom, die, altijd schoon, Zijn rijkgetakte bladrenkroon Verheft voor hooger leven; Daar kiemt en rijpt het heerlijk zaad, Dat door geen' tijd of lot vergaat, Maar eeuwig vrucht zal geven. Vorige Volgende