Feestzangen, ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan der maatschappij Felix Meritis(1827)–Willem Hendrik Warnsinck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Eerste Zang. Ten rei, wie, in dit heilig koor, De schoonste bloemen leest! Het outer blaakt in heldren gloor, Verdienste baant zich 't eerespoor; Verdienste viert haar feest. Bewaarders van deez' Tempeltinn'! Gewijde Priesterschaar! Ten rei! ten rei, met hoogen zin! En zet den schoonsten lofzang in, Het plegtig feest is dáár! Die lofzang rijze, op dankbren toon, 't Verruimde hart ontsneld! Verdienste praalt in al haar schoon, En siert zich met een lauwerkroon, Die vijftig zomers telt. [pagina 6] [p. 6] De lauwer groent, de lauwer kraakt, Als in Dodona's bosch; En wie voor Licht en Vrijheid blaakt, En nooit zijn' rang als mensch verzaakt, Verschijnt in hoogtijdsdos. De Stedemaagd, aan 't stroomrijk IJ, Verheft deez' stichting 't meest, En kroont deze achtbre Maatschappij, En groet haar statig hooggetij', En viert haar Jubelfeest. Ten rei, wie kunst en kennis schraagt, En voedt haar hemelvlam! Geen dag, die voor ons schooner daagt; De kroon, die hier Verdienste draagt, Is de eer van Amsterdam. Vorige Volgende