Tweede deel der mengelzangen
(1695)–Cornelis Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 43]
| |
[pagina 44]
| |
Geurige bloempjes en
veld ta- pyt. Ruissende
beekjes die ons schynt te nadren,
Als gy al schomlend hee- ne vlied.
Gy zijt noch zoo ver- anderlijk niet Als
d'ongestaadige herde- rin Die
ik van herten bemin.
| |
[pagina 45]
| |
1.
Weelige boompjes, u vruchten en bladeren
Dikwils veranderen door de tijd.
Geurige bloempjes en veld tapijt.
Ruissende beekjes die ons schijnt te nadren,
Als gy al schom'lend heene vlied;
Gy zijt noch zoo veranderlijk niet
Als d'ongestaadige herderin,
Die ik van herten bemin.
|
|