Tweede deel der mengelzangen
(1695)–Cornelis Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 9]
| |
[pagina 10]
| |
Zeg ik hem wat hy my
wel heeft vertelt, Het lichthart
vlied, ://: vlied,
en lacht
om 't geen my quelt.
| |
[pagina 11]
| |
1.
Ik vind myn minnaar vol bekoorlykhêen,
Wanneer myn oog hem moet aanschouwen;
Maar ach! hoe kan ik hem vertrouwen?
Hy zeit my veel, maar meent 'er licht niet een.
Zeg ik hem wat hy my wel heeft vertelt,
Het lichthart vlied, Het lichthart vlied, en lacht, om 't geen my quelt.
|
|