Passi, Paesch, en Pinxter gezangen
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStem: Amarilli mea bella.
SUlamite keert weder!
Gedenkt dat ik om u uyt liefde teder,
Ben gekomen hier neder:
Gy zijt mijn Lief,
'k Heb 't u genoeg bewesen,
Gaat, gy kunt het wel lesen,
In al mijn zinnen,
Zult gy geschreven vinden,
Sulamite! Sulamite! Sulamite mijn beminde.
Gy zijt, &c.
Wie ben ik, slijk der aarde
Voor u mijn Heer zoo goet, zo groot van waarde,
Die my wel eertijts baarde
Met zulken pijn;
In my is niet te vinde,
| |
[pagina 82]
| |
Waardig voor mijn Beminde,
Vol van misdaden
Is lijf en ziel geladen:
Mijn Beminde! mijn Beminde! mijn Beminde toon genade!
Met zulken pijn, &c.
Keert wed'rom, van uw zonden
Zal ik u wasschen af, in korter stonden,
Met het Bloed mijner Wonden:
Keert maar wed'rom,
Keert maar wed'rom vriendinne,
'k Zal u wed'rom beminne,
Meer als te vooren,
Waarom gaet gy verlooren.
Sulamite! Sulamite! Sulamite uytverkooren.
Keert maar, &c.
|
|