Passi, Paesch, en Pinxter gezangen
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStem: Nero schoonste van uw gebuuren.ZOo lief heeft God Vader verheven,
Ons werelts menschen gants getal,
Dat hy zijn Zoone heeft gegeven,
Om ons te helpen over al.
Als wy te regt wilden gelooven,
Niet laten zou verlooren gaan,
| |
[pagina 45]
| |
Nog ons van's Hemels regt berooven;
Maar doen een eeuwig loon ontfaan.
God heeft zijn Zoone niet gesonden,
Om te oordeelen haar misdaat;
Maar om de waarheyt te verkonden,
En te behouden voor het quaat.
Wie regt gelooft zal hy niet straffen,
Nog geven eenen quaden loon:
Maar hy zal hem veel quaats verschaffen,
Die niet gelooft heeft in zijn Zoon.
Dit zal de menschen meest bezwaren,
Dat 't ligt 't welk hier gekomen is,
Haar oogen niet en kan verklaren,
Maar blijven in hun duysternis.
Om dat haar werken niet goet waren,
Zoo hebben zy het ligt versmaat:
Want wie met zonden haar bezwaren
Die krijgen tot het ligt een haat.
Die weynig volgen goede werken
Die komen zelden tot het ligt,
Om haare zonden niet te merken,
Of te beschouwen voor 't gesigt.
Maar die wil in de waarheyt leven,
En door zijn daat een ander stigt.
Die zal hem nooyt van't ligt begeven,
Maar stelt zijn leven in het ligt.
Wie regt bemint den Heer gepreesen,
En leeft na zijne wetten wel,
Die heeft hier nooyt ymant te vreesen,
Nog mensch, nog doot, duyvel, nog hel.
Ik bid u dan mijn God verheven,
Verligt mijn hart en mijn gesigt,
| |
[pagina 46]
| |
Dat ik altijt in u mag leven,
En wand'len in het eeuwig ligt.
|
|