De zangminnende kindervriend, of School-liederen voor drie stemmen (2 delen)
(1835-1838)–W. Schellenbach– Auteursrechtvrij
[pagina 17]
| |
[pagina 18]
| |
in de prijs, Die door vlijt be - haald.
't Hart ver-ed'lend on-der-wijs, Reeds met roem be-
straalt. Reeds met roem be - straalt.
| |
[pagina 19]
| |
Rein en vro - lijk, Rein en vro - lijk,
Rein en vro-lijk klinkt ons lied, Nu de vlijt zich
kroonen ziet, Rein en vrolijk, Rein en vrolijk,
| |
[pagina 20]
| |
Rein en vro-lijk klinkt ons lied, Nu de vlijt zich
kroo-nen ziet, zich kroo-nen ziet, zich kroo-nen
ziet.
| |
[pagina 21]
| |
2.Prijkt nu vrij om 't jeugdig hoofd,
Met den eerlaurier,
Als belooning uitgeloofd,
Ja, dit maakt ons fier!
Doch, een lauwer is het niet,
Neen: een eere-prijs,
Die en vlijt en deugd ons biedt,
Tot een gunst bewijs.
't Hart zingt vrolijk en voldaan,
Hulde wordt der vlijt gedaan.
| |
3.Zoo beloont de vlijt en deugd,
D'ed'len volgeling,
En schenkt aan het harte vreugd,
Elk in zijnen kring;
Makkers, 't doel dan van dien prijs,
Die haar hand u geeft,
Zij, dat gij ten dank bewijs,
Immer naar haar streeft.
Deugd! u zij, nu, en altijd,
Onze liefd' en lof gewijd.
|
|