De zangminnende kindervriend, of School-liederen voor drie stemmen (2 delen)
(1835-1838)–W. Schellenbach– Auteursrechtvrij
[pagina 12]
| |
[pagina 13]
| |
He - den zal dan ie - der too - nen, welk de
vrucht is van den tijd, Dien hij aan de we - ten-
schap - pen, Y - vrig steeds heeft toe - ge - wijd.
| |
[pagina 14]
| |
2.Heden strooit men geur van bloemen,
Voor hem, die de deugd bemint,
En de vreugd zijns lente levens,
In het naarstig leeren vindt.
Hij, die in verloopen uren,
Nutte kennis heeft vergaârd,
Ziet zich ruim met achting kroonen,
Die de deugd aan braafheid paart.
| |
3.Heil dus elk, die met zijn stonden,
't Gansche jaar gewoekerd heeft,
En met zucht voor deugd en wijsheid,
Alzoo naar den eerprijs streeft!
Hij zal zich met roem beladen,
Die de meeste vlijt betoont,
En door kunde d'ed'le zorgen,
Zijner onderwijzers loont.
| |
4.Goede God! schenk Gij ons heden,
Dan vrijmoedigheid van geest,
Opdat wij door daden toonen,
Dat wij vlijtig zijn geweest.
Dan zien w'ons omkranst met bloemen,
Bloemen aan de vlijt gewijd,
Voor 't besteden en waarderen
Van deez' gouden lente tijd.
|
|