Vreugde-bergh, bestaende in nieu-iaers en kars-gesanggen, ziel-suchten, en andere opmerckende deuntjes (tweede deel)
(1661)–Cornelis Rhijnenburgh– AuteursrechtvrijStem: Mijn Ziel maeckt groot den Heer.1. Geluckigh is de Mensch,
Niet die na sijnen wensch
Op Aerden leeft voorspoedigh,
Niet die sijn Kisten houdt
| |
[pagina 53]
| |
Gepropt met stapel-Goudt,
Of Silver overvloedigh:
2. Maer die sijn schat en goedt
Heeft binnen in ’t gemoedt,
En doet daer mee sijn handel,
Die nedrigh is en slecht,
Stantvastigh en oprecht
In al sijn doen en wandel.
3. Die alle werelts schat
Niet soo veel acht als dat,
Die alle grootsigheden,
Rijckdom en heerlijckheyt,
Wat hier beneden leyt,
| |
[pagina 54]
| |
Weet onder voet te treden.
4. Die met de Werelt spot,
En steedts om hoogh na Godt
Sijn sinnen komt te sturen:
Dit’s sijn vermaack en lust,
Die namaels geeft een rust
Die eeuwighlijck sal duren.
5. Al die soo zijn gesint,
Die zeylen voor de wint
Na d’Hemel, door verachten
Van Werelt, Rijckdom, Eer,
Waer voor sy namaels weer
Een beter goedt verwachten.
|
|