Zangen voor de aalmoezeniersweezen, bij derzelver afscheid van dat godshuis. Op den 4den Mei 1823(1823)–Johannes Leonardus Nierstrasz jr.– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Voor-zang. De eerste loopbaan afgetreden, Gaat gij, op den dag van heden, Speelgenooten! van ons heen! Hier gekoesterd toen wij kwamen, Gingen we onzen weg te zamen, Morgen gaat ge uw weg alleen. 't Eerste tijdperk van uw leven, Is dan nu voorbij gedreven, Maar het is niet doorgeschreid, Want de traan, die 't oog ontvloeide, En uw kostlijk brood besproeide, Was een traan van dankbaarheid. [pagina 4] [p. 4] Neen, gij zult het nooit vergeten, Dat gij wensch en nooddruftkreten Hier voldaan zaagt en vervuld; Onuitwischbaar heel uw leven, Staat in 't hart de dank geschreven, Daar gij steeds van gloeijen zult. Gaat gij heden uit ons midden, o Wij blijven voor u bidden, Speelgenooten onzer jeugd! God geleide u als voor dezen, God vergeet op aard geen Weezen, In den worstelstrijd der deugd. Vorige Volgende