Het schilder-boeck
(1969)–Karel van Mander– Auteursrechtelijk beschermd
[Folio 64r]
| |
Daer ick in mijn Voor-reden bewijse d'oudtheyt der Schilder-const, heb ick verhaelt van desen Griecschen Schilder Bularchus, die onwijslijck in soo vroegen tijdt seer constich en ervaren was: want daer worde een stuck van den zijnen vercocht so veel Goudt alst swaer was, aen den Coningh van Lydien Candaules, welcken Coningh is ghestorven in't Iaer als Romulus sterf, t'welck was in de 18e. Olympiade. Nu mocht desen Candaules dit stuck veel Iaren voor zijn doot ghecocht hebben, en misschien oock langhen tijdt nae de doot Bularchi des Schilders, soo dat dit al een oudt Schilder is, en wel t'overlegghen staet, in wat volcomenheyt de Schilder-const t'zijnen tijde is gheweest. Besluytelijck moet oock (gelijck Plinius seght) nootwendich volghen, dat al langhe voor zijnen tijdt de Const haer begin most hebben ghehadt, en dat Hygienontes, Dinias, en Charmas, die d'eerste conterfeytsels metGa naar voetnoot* eenderley verwe maeckten, doe al langhe mosten doot wesen, al en weet men niet wanneer sy geleeft hebben. T'voor-verhaelde stuck van desen Bularchus handtwerck, was eenen strijdt des volcx van Magnesia, een landt nu geheeten Capoverlichi. Wat desen constigen Meester meer gedaen heeft, is ons van den tijdt en oudtheyt verduystert, en van den Schrijvers niet bekent ghemaeckt. |
|