brengen tot hare hoogste volkomenheid. Willem, anders Guilhelmo, was een man (na dat hy in Italien geweest had) die een grootmoedigen inborst bezat, en die niemant, inzonderheid als hy wat boven zyn peil gedronken had, ontzag. 'T is gebeurt, dat de Borgermeester Maarzeveen met hem geschil kreeg, over d'eene of andere zaak, waar door zy in woorden kwamen.
Van Aelst, die voor een Borgermeester van Amsterdam niet wilde 't zeil stryken, in een zaak daar hy meende regt in te hebben, stoof op, trok zyn boven rok open, en toonde op zyn borst den gouden penning, en keten die hy van den Groothertog van Toskanen had gekregen, zeggende: Gy zyt met een geldzak om uw hals geboren, en dat is t al; maar dat ik ben, ben ik door verdienste. Maar of hem die worst (als het spreekwoord zeit) naderhand niet opbrak, daar twyffelde zelf, die 't my verhaald heeft, niet aan.
Een man (zeit Gratiaan) verliest zyn agting door een hardnekkige verdediging; want zulks is niet de waarheid voorspreken, maar eer zyn koppigheid vertoonen. En op een andere plaats. Zommige vertrouwen zig zoo zeer op hunne verdiensten, datze gansch geen zorg dragen, om zig te doen beminnen.
Schoon hy (gelyk ik even gezegt heb) een grootmoedigen inborst bezat, nogtans trof hem Venus zoon met zyn vlammende schicht, zoodanig dat hy verslingerde aan zyn dienstmeit, dat een dikke moffekop was, de zelve trouwde, en drie schoone kinderen by haar teelde. In dien tyd woonde hy op de Princegrast, by het Waale Weeshuis daar hy ook gestorven is, in 't jaar 1679: Maar het jaar zyner geboorte heb ik niet kon-