Briefwisseling J. Greshoff - A.A.M. Stols

295. J. Greshoff aan A.A.M. Stols, 16 februari 1934¹

Brussel, 16 Februari, 1934.

Beste Sander,

Hartelijk dank voor je briefkaart die mij pijnlijk trof. Toen ik in November in Maastricht was zei je: ik moet even de loopende dingen afdoen en dan laat ik dadelijk dat boek² gieten. Nu zijn we drie maanden verder en nu zijn er plotseling zes romans vóór mij geschoten. Enfin, beloof me dat je het nu zoo gauw mogelijk tusschen de druppeltjes door zult afgieten.

1 Geschreven op briefpapier van Dagblad Het Vaderland, 's-Gravenhage. Redacteur te Brussel: J. Greshoff, Bd.Aug.Reyers 130, Schaarbeek.

2 Gedichten 1907-1934.

[p. 211]

Afgekeurde houtsnede door John Buckland Wright voor Gedichten 1907-1934 (1934) (collectie S.A.J. van Faassen, Den Haag).

Als frontispice in Gedichten 1906-1934 (1934) opgenomen houtsnede door John Buckland Wright.

Drukkerij Boosten & Stols, O.L. Vrouweplein 23, Maastricht.

[p. 212]

Als Boucher tegen jou zegt dat hij geen haast heeft, dan leid ik daaruit af dat hij mij lichtelijk bij de neus en aan het lijntje houdt. Het is nu juist anderhalf jaar geleden dat hij mij vroeg om hem die text af te staan.³ Het idee is niet van mij, maar van hem uitgegaan en tegen mij doet hij heel actief en tegen jou blijkbaar tegenovergesteld.

Het boek van Jan van Nijlen⁴ is een idee van het individu uit Haarlem⁵ die den chef vijf mille kan geven voor een kleine bloemlezing ui[+ t] zijn werk. Je begrijpt dat in de tegenwoordige omstandigheden een dergelijk aanbod niet afgeslagen mag worden, hoewel Jan van Nijlen voor het boek als zoodanig betrekkelijk weinig voelt. Je schrijft niet over thuis. Gaat het Greet en de kinderen goed? En Hitlerjunge Emil?⁶ Je was vroeger een heel wat trouwer en omstandiger correspondent dan tegenwoordig.

Hier niets nieuws. Het is nogal druk op het copiefabriekje, zoodat er weinig van uitgaan komt.

Met heel veel liefs van huis tot huis,

geheel je

Jan

Schrijf, heden nog, eens een vertrouwelijk briefje aan Barthou, dat hij mijn dossier, dat al bijna 2 jaar klaar ligt, met spoed afhandele!!⁷

Nù heb je de kans mij met één kort briefje te helpen.

Do it now!

3 Greshoff had op 19 september 1932 met L.J.C. Boucher kennis gemaakt. Op 23 september 1932 (br.226) had hij Stols geschreven dat Boucher ‘kleine plaketten’ wilde gaan uitgeven. Het is zeer de vraag of Boucher inderdaad al tijdens deze eerste ontmoeting aan Greshoff voorgesteld heeft een verzamelbundel van diens gedichten uit te geven. Begin 1933 is er in de correspondentie tussen Greshoff en Boucher, voorzover die bewaard is gebleven, voor het eerst sprake van een uitgave van Greshoffs gedichten.

4 Gedichten van Jan van Nijlen .

5 Jan van Krimpen.

6 Zie br.286 n.6.

7 Op welk, op hem betrekking hebbend, dossier van de Franse bibliofiel Jean Louis Firmin Barthou (1862-1934) Greshoff mogelijk doelde, is ons onbekend. Barthou was voorzitter geweest van het in 1903 opgerichte bibliofiele genootschap Le Livre Contemporain en was erevoorzitter van de in 1923 opgerichte Les Bibliophiles du Palais. In februari was hij, na vele andere overheidsfuncties (waaronder enkele ministersposten) bekleed te hebben, minister van buitenlandse zaken van Frankrijk, geworden. Mogelijk heeft het ‘dossier’ betrekking op een Franse onderscheiding voor Greshoff.