Brieven. Deel 6. 1 november 1935-30 juni 1937
(1980)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd3118. Aan H. Marsman: Tjitjoeroeg, 25 februari 1937Tjitjoeroeg, 25 Febr. '37. ('s avonds.) Beste Henny, Deze keer moet je 't doen zonder luchtpost. Als het weer noodig blijkt, schrijf ik weer op die manier. Niet alleen is de luchtpost hier 1½ × zoo duur als in Europa, maar jullie schrijft alleen aan mij op die manier, terwijl ik aan jullie allen zoo zou moeten schrijven, en wij moeten bezuinigen, wij verdienen niets. Mijn poëem van De Grijze Dashond is onderbroken door een boek van bij de 300 blzn. (schat ik) over Multatuli. Voor een deel - een goed deel zelfs - compilatiewerk, maar het zal het compleetste en beste boek zijn tot dusver over hem geschreven. En het gaat maar tot na Lebak, dus het behandelt zijn leven tot hij voorgoed naar Holland (Europa) terugkeert; zoodat hij eig. nog geen Multatuli is, in dit deel. Ik heb er Q. al over geschreven.Ga naar voetnoot1. Als dit boek succes | |
[pagina 358]
| |
mocht hebben schrijf ik later misschien nog een over ‘M. de schrijver’. Dit zal heeten: De zenuwlijder van Lebak, als God-en-Q. dat wil. Ik heb ditmaal niet veel te melden, omdat ik een maand lang 10 à 12 uur per dag werkte aan dit boek alleen, en niets las dan M. en over M. Verder solliciteerde ik weer op Batavia en zoo. Daarover later, ik denk er nu liever niet aan. Soms zie ik het kamponghuis vóór me, met berusting - dan denk ik weer: zoo ver is het toch nog lang niet! Maar het zal moeilijk zijn mij te plaatsen, omdat er zooveel z.g. ‘taalambtenaren’ en zoo zijn, die door de regeering moèten worden geplaatst, dus ieder gaatje is voor hen. De krant hier is unspeakable; dan liever zóó de kampong. En attendant, kunnen we ook wel een paar jaar op Bali gaan wonen, God ja, waarom niet? Maar wat moet het einde zijn van deze manier van leven? Bezorg mij een ex. van Hendrik de Vries. En vraag Jan (ik vergat hem te schrijven) mij nog een ex. van zijn Gedichten (bij Stols)Ga naar voetnoot2. te zenden. Ik hoor dat Slauerhoff's nalatenschap per notarieele acte ‘bezorgd’ wordt. Wat jouw gedichten betreff,Ga naar voetnoot3. natuurlijk ben ik bereid tot dat prospectus. Als ze me maar opgeven voor wanneer, en hoe lang het moet zijn. Maar in Godsnaam! laat je nu niet weer afschepen door de GemeenschapGa naar voetnoot4. of allerlei uitgeversbelangen, en stel je nu niet tevreden met een keuze! Het gaat om je levenswerk, om zoo te zeggen; laat dat nu vooral behoorlijk en zoo definitief mogelijk voor den dag komen! Laat Q. aan de De Gem. een paar honderd pop geven, zoonoodig, om alle rechten te hebben; dat is deze zaak toch waard? Als je een keuze maakt, is het weer voorloopig, en je brengt een nieuw ding in omloop dat de definitieve uitgave tegenhoudt. Ik kan daar razend over worden, als ik bedenk dat dat allemaal zou zijn om een paar honderd pop voor een katholieke boekensmous uit Utrecht. Laat Radermacher Schorer dan bijspringen, en v.d. Meulen en zoo, zeg dat het om een werk gaat van absolute beteekenis voor je. Dus: nog wel gegevens voor het prospectus. Wat wordt het precies, etc.? Eind '37 is nog heel ver. Mijn blocnote-stukje dat je bedoelt5 heb ik niet hier, dat ligt bij Gr. Ned. of bij Menno. Geef mij | |
[pagina 359]
| |
ook precies op wat er in die bundels komt, als tot de uitgave besloten wordt. Dus géén herziene Angèle, niets van Vera? Het schijnt echt ‘op de pof’ te moeten gaan. Of is Hedda Vera?Ga naar voetnoot6. Maar waarom komt Angèle er dan niet bij? Of vergat je dat te schrijven? Wacht, na veel zoeken zie ik het er toch bij staan; ik ben blijkbaar door al dat geschrijf halfblind.Ga naar voetnoot* Gelukkig dat je griep over is. Ga in ieder geval probeeren in Lugano. Ik vond het er altijd heerlijk.Ga naar voetnoot7. Van daar naar Stresa is maar een klein eindje, je kan makkelijk in één dag heen en terug; je kan dus van daar een verkenningstocht maken. Maar Stresa zelf is erg grand-hôtel en niks meer; ga naar Pallanza, aan de overkant (een lief dorp), en niet zoo ver van daar heb je Intra. Het Como-meer ken ik niet zoo goed, maar daar is ook veel moois. Arona is erg lief (klein) aan het Lago Maggiore. Probeer ook Morcote, vlak bij Lugano. Maar ik zou in Lugano gaan wonen, als het er niet te duur was. Ik ben erg moe; wschl. schrijf ik spoedig toch weer en dan per luchtpost. Neem nu dit voor lief, al is het poover. Heel veel hartelijks onder ons vier. Je E. P.S. We hebben hier prachtige maannachten op 't oogenblik, en als het niet stortregent heerlijk weer. Bep maakt het goed, maar is vaak moe. Als 't maar niet erger wordt als de warme tijd komt. Het is hier lief, maar wel erg stil, en uitgaan is duur. En zoo werken als ik nu gedaan heb, gaat natuurlijk niet altijd. Bah, ik ben niet in staat je iets behoorlijks te schrijven; de volgende keer werkelijk beter. Deze moet nu weg. 5. Over Heden ik, morgen gij. In GN 35 (1937) 10 (oktober), p. 463-464 (Vw 5, p. 248-250). Of over de eerste kritische bundels van Marsman. In GN 35 (1937) 11 (november), p. 620-621 (Vw 5, p. 255-257). |
|