Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– Auteursrechtvrij
[pagina 252]
| |
Op de voorgaende Wijze:1. VOlght Sint Bernardum na;
Houdt altijdt Godt voor oogen,
Doet deughden vroeg en spa;
Geen sonden wilt gedoogen,
Looft, eert en bemint Godes naem;
Strijdt voor Mariaes lof en faem,
Leeft na uw' staet bequaem.
2. O Heylige Bernard!
Krijght: dat wy Godt beminnen
Met onse ziel, en hart,
Met krachten al, en sinnen:
En dat niet ons van Godt verleydt,
Hoe 't vleesch rebel, en werelt vleyt
Noch Satan, hoe hy pleyt.
3. Jesu! mijn ziel maeckt nat
Door uw' bloedige plassen,
Dat in mijn ziel nu dat,
Alleen, o Heer! mach wassen,
Dat uw' belieft, dat uw' behaeght
Dit soeckt, dit bidt, dit smeeckt, dit vraeght
U alderminste Maeght.
|
|