basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Groeiende Boom
spelwijze in bron(nen):
'De Groeyenden Boom' (1479-1561-1562-1620)
varianten:
'De Groeyenden Boom' (1479-1561-1562-1620)
zinspreuk:
gebruikte code:
LIE1
patroonheilige:
H. Gummarus
vroegste bronvermelding:
1479
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Lier
(stad/dorp/vrijheid):
Stad
district:
gewest:
Brabant
korte geschiedenis
'Den gheselschape van der Cameren van den Groeyenden Boom' wordt voor het eerst in de stadsrekeningen van 1479 vermeld, naar aanleiding van haar deelname aan de Gummarusommegang (spelen van het spel van de H. Gummarus). 'Den Groyenden Boom van Lyer' was in Mechelen in 1493. De kamer nam deel aan het landjuweel in 1496 in Antwerpen, in Mechelen in 1515, in Leuven in 1518, in Diest in 1521, in Brussel in 1532 en in Antwerpen in 1561. Naar aanleiding van het landjuweel in Brussel in 1532 ontstond een voorrangsconflict tussen De Groeiende Boom en De Cauwoerde van Herentals. Deze zaak werd in 1535-1536 voor de Raad van Brabant gebracht. De Groeiende Boom werd in het gelijk gesteld. De kamer nam deel aan de wedstrijd georganiseerd door De Corenbloem in Brussel in 1562.
Na de troebelen werden de factors van beide kamers, Ambrosius van Molle (De Ongeleerden) en Jeronimus van der Voort (De Groeiende Boom) vervolgd. De rederijkersactiviteit viel stil tot aan het Twaalfjarig Bestand. De Groeiende Boom was opnieuw actief in 1611. De kamer nam in 1616 deel aan een refreinwedstrijd georganiseerd door De Olijftak in Antwerpen en in 1618 aan een wedstrijd georganiseerd door De Violieren in Antwerpen. De kamer wordt vermeld in het 'Mey Liedeken' van de Peoene dat gezongen werd op de opening van de wedstrijd in Mechelen in 1620, maar nam waarschijnlijk niet deel. Na een korte heropleving tijdens het Twaalfjarig Bestand was er opnieuw een terugval in de activiteit van de kamers.
documenten
reglementen:
ledenlijsten:
- Ledenlijst op losse bladen (midden zeventiende eeuw): Stadsarchief Lier, nr. 1208.
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
- Optekening door een notaris van een getuigenis i.v.m. een voorval tijdens een vergadering van de kamer (1616): Stadsarchief Lier nr. 1208.
rekwesten:
rentetitels:
- Rentebrieven 1502-1646: Stadsarchief Lier, nr. 1208.
correspondentie:
literaire productie:
historische nota's:
- Handschrift van de Lierse burgemeester en hoofdman van De Ongeleerden Richalt van Grasen (1614-1615): kroniek van de geschiedenis van de stad Lier op basis van de stadsrekeningen (vaak gecollationeerde afschriften), hoofdstuk over de rederijkerskamers: origineel: Koninklijke Bibliotheek Brussel, hs. II 757/ talrijke afschriften (zie Van Boeckel 1929 (a), 2)/ editie van het hoofdstuk over de rederijkers: Willems 1844 (a) (op basis van een kopie in eigen bezit).
- Handschrift van de Lierse schepen en prins van De Groeiende Boom Joan Snyers (1702) ('Opcomste, voortganck ende Antiquityten der Gulde genoempt den Groeyenden Boom'): origineel verloren in WO I/ afschift door Van Boeckel in 1909 (deze kroniek verwerkt de gegevens van Van Grasen en voegt daar nieuwe gegevens aan toe, vooral over de 17de eeuw).
- Kerkarchief Lier, Annotatieboeken Drymans: hoofdstuk over de geschiedenis van de 2 kamers.
andere nota's:
- Verschillende stukken i.v.m. de kamer (16de-18de eeuw): Stadsarchief Lier, nr. 1208.
verantwoording
broncitaten:
Koninklijke Bibliotheek Brussel, hs. II 757 (kroniek van Grasen 1620), 100r:
‘Memorie Als dat men tot den jaere 1478 Inclues niet en bevint dat binnen Lier eenighe Retoryc Camers sijn gheweest, want hadden binnen Lier Retoryck Camers geweest men en soude soe dicwijls het volc van buyten niet ontboden hebben om hier de eer te coemen bewaren [...]
In de Rekeninghe van den Jaere beginnende 1 december 1478 eyndende 1 december 1479 onder de costen ten processie tyden gedaen, onder Andere luydende Aldus, soe hier naer volght:
Den gheselschape van der Cameren van den Groeyenden Boom, 't gene dat hen de heeren consenteerden, om dat sij Aengenomen hadden 't spel van sintte Gommaere te spelen ende oock de Cleederen te bewaren van den heydenen ende de processie te haeren Laste aen naemen te houden gaende tsamen ende al 2 lb. grooten.
[Andere hand:] Gecollationeert teghens de principale Rekening…’
114r ‘Anno 1479 ende 80 namen die van den Groeyenden Boom Aen Alle personagien van de heele processie tot hueren coste te houden gaende voer twee pont groeten.
Ende In den Jaere 1481 soe hielen [!] die van den Groeyenden Boom In de processie gaende, Sintte Gommaer met de heydenen etc.'
literatuur:
Kops 1774, 324; De Laserna Santander 1809, 184-85; Schotel 1871, 269-70; Van Elslander e.a. 1944, 26; Van Elslander 1968, 39.
Van Lom 1740, 227-57; Willems 1844 (a); Van Melckebeke 1861; Bergmann 1873, 152-58, 192-95 en 206-12; Mast 1889; Van Boeckel 1911; Van Boeckel 1929 (a); Van Boeckel 1929 (b); Van Boeckel 1943; Van Autenboer 1955; Keersmaekers 1956; Coigneau 1986 (b).
naar bibliografie