basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Kersouwe
spelwijze in bron(nen):
'Retorike van Pamele' (1468?-1471); 'De Kersauwe' (1472?-reglement 1556)
varianten:
'Retorike van Pamele' (1468-1471); 'De Kersauwe' (1472-1556); 'Kerssouken' (1562); 'De Kersouwe' (1613)
zinspreuk:
'Jonst soect const' (1562); 'Ionst Soeckt Konst' (1613)
gebruikte code:
OUDA2
patroonheilige:
OLV (1556)
vroegste bronvermelding:
1468
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Oudenaarde (Pamele)
(stad/dorp/vrijheid):
Stad
district:
gewest:
Vlaanderen
korte geschiedenis
In de stadsrekeningen van 1441-1442 wordt voor het eerst melding gemaakt van 'ghesellen van der retorike', die gingen spelen op een schutterswedstrijd. In 1471 is er sprake van 'beede scolen van der retorijken' die spelen opvoeren in het kader van de Sacramentsprocessie. Het gaat dan om de 'Retorycke van Audenaerde' en de 'Retorike van Pamele'. Laatstgenoemde werd ook al vermeld in de rekeningen van het OLV-hospitaal van 1468. In 1472 is voor het eerst sprake van De Kersouwe van Pamele. In 1556 werd een reglement van de kamer goedgekeurd door de magistraat van Pamele.
De kamer ging onder het blazoen van Pax Vobis naar de wedstrijd Gent in 1539. De kamer nam deel aan de wedstrijd georganiseerd door De Corenbloem in Brussel in 1562. In 1567 werden de twee Oudenaardse kamers gesloten. In 1571 werd opnieuw de sluiting bevolen. De twee kamers namen deel aan de refreinwedstrijd in 1574, uitgeschreven door de kerkmeesters van de Sint-Jacobskerk in Antwerpen. In 1582 gingen de kamers opnieuw dicht en in 1593 werd er een algemeen verbod op rederijkersactiviteit in Gent, Oudenaarde en de kasselrij Oudenaarde uitgevaardigd. In 1609 kregen de 2 kamers toestemming opnieuw op te treden. De kamer nam in 1613 deel aan een wedstrijd in Haarlem.
Er waren naast de twee officieel erkende rederijkersgezelschappen nog een heleboel andere toneelgezelschappen actief (meestal als 'scole' aangeduid), zoals de 'de jonghe ghesellen van der Retorycken' in 1482 en 'jonghe Retorike' in 1483, 'de scole van den Heleghen Gheest' in 1483, de 'jonghe scole van Pamele' en de 'scole Goet van Wille' in 1486, de 'scole van Sente Maurissis' in 1495 en 1496, de 'scole van Sent Adriaene' in 1496, 1499, 1500 en 1504 en 'den Verlooren Wesen' - waarschijnlijk een vastenavondgezelschap - in 1526. Daarnaast was er nog de 'Bloeyende Juecht' - waarschijnlijk een vastenavondgezelschap met een koning - en het broederschap 'van den naeme Jhesus', dat in 1537 erkend werd. Deze twee laatsgenoemde gezelschappen, trokken met de twee rederijkerskamers mee naar de wedstrijd in Gent in 1539.
documenten
reglementen:
- Reglement goedgekeurd door de magistraat van Pamele (1556): origineel verloren/ afschrift: 1. gecollationeerde kopie in een register van de kamer (28 maart 1609): Stadsarchief Oudenaarde, nr.1006/53 (vermist); 2. afschrift van 1. (19e eeuw): Stadsarchief Oudenaarde, Fonds handschriften en zeldzame drukken, nr. 32, 75r-85r / editie (van 1.): Van der Meersch 1842-43. Deel 2, 254-65 [1556 OUDA2].
ledenlijsten:
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
historische nota's:
- Kronijk de Rantere (kroniek opgesteld door Bartholomeus de Rantere, stadsarchivaris in Oudenaarde aan het einde van de 18de en begin van de 19de eeuw): Oudenaarde, Sint-Walburga parochiaal archief (de kroniek is gebaseerd op een groot aantal archiefstukken en op een belangrijke 16de-eeuwse kroniek, die verloren is gegaan)
- Bundel met allerlei uittreksels uit stadsrekeningen, schepenregisters, kronieken, …: Stadsarchief Oudenaarde, Fonds handschriften en zeldzame drukken, nr. 32 (hs. Van Lerberghe).
andere nota's:
- Brief van de schepenen van Oudenaarde aan de heer van Schorisse met het verzoek mee te trekken met de Oudenaardse kamers naar de wedstrijd in Gent (2 mei 1539): origineel: Stadsarchief Oudenaarde, nr. 1006/14.
- Ordonnantie van de hoogpointers van Oudenaarde, gebiedende het sluiten van alle rederijkerskamers (25 augustus 1593): originele minuut: Stadsarchief Oudenaarde, nr. 1006/16.
verantwoording
broncitaten:
Stadsarchief Oudenaarde, stadsrekeningen Oudenaarde 1470-1471, 140v:
‘Item de goede lieden die habamenten nare voor heere ende wet:
Eerst de Retorycke van Audenaerde 4 st. wijns 16 s.par.
Item de Retoricke van Pamele 4 st. wijns, ghelijc 16 s.par.
Item de goede lieden van Bevre 4 st. wijns, ghelijc 16 s.par.
Item de goede lieden van Baillen 4 st. wijns, ghelijc 16 s.par.
Item de goede lieden die habamenten voor heeren ende voor de wet vanden Heyndriessche 4 st. wijns, in 't selve 16 s.par.
Item de goede lieden die habamenten voor baill. ende scepenen van der baerstouten vier stope wijns te Jacopmeers van 4 s.par. den stoop, heft 16 s.par.’
Stadsarchief Oudenaarde, stadsrekeningen Oudenaarde 1481-1482, 253v:
‘Item ghepresenteert den ghesellen van der Retorycken van der Fonteynen van Ghend, die hier quamen spelen ende abatementen ter feesten van den payse 8 st. wijns, 4 lb.par.
Item, ghepresenteert de scole van Pax Vobis die speelden ter feesten van der payse 4 st. wijns, 44 s.par.
Item, ghepresenteert de scole van der Kerssauwe 4 st. wijns, 42 s.par.
Item, ghepresenteert de jonghe ghesellen van der Retorycken 2 st. wijns, 22 s.par.
Item, ghepresenteert de ghesellen die ter feeste van der payse tsavons abatementen voor heere ende wet tot 5 spelen, elckx ghepresenteert 2 st. wijns van 11 s.par. den stoop, heft al tsamen 5 lb. 10 s.par.’
literatuur:
Kops 1774, 326; De Laserna Santander 1809, 165; Schotel 1871, 280; Van Elslander e.a. 1944, 24; Van Elslander 1968, 44.
Van der Meersch 1842 en 1843; Vander Straeten 1853; Vander Straeten 1867 (a); De Vooys 1947 (a); Keersmaekers 1952 (b); Van Lauwe 1963; Iansen 1970; Ouvry 1982; Ouvry 1985; Coigneau 1986 (a); Waterschoot 1986 (a); Ramakers 1996 (a).
naar bibliografie