Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Vertrek van Celestyne. Wys; Courante simple. 1. VAar wel mijn Lief, mijn schoone Son. Die my door uw bevalligheyd verwon, Ik trek dan op van Amstel en van Y Weer na den Haag, al valt het swaar voor my. 2. Hoe gaaren wild' ik waarde mijn, Dat ik noch langer hier mocht by u sijn, Tot gy verseekert waart van al mijn min, Die ik om uwent wil in 't harte vin. 3. Ik sweer, dat ik hoe langs hoe meer, In mijn gedachten u ootmoedig eer: Mijn hart het outer is daar ik na plicht Het offer van mijn trouwe min op sticht. 4. En schoon gy sijn moet uit het oog, Uw weesen uit mijn hartje nimmer vloog: Uw Beeltenis, waar op ik ben verlieft, Is al te diep in mijn gemoed gegrieft. [pagina 94] [p. 94] 5. De straalen die God Phoebus schiet Des morgens vroeg hier in dit weerelds niet, Sal ik aanbidden en my beelden in, Dat dat uw lonkken sijn, mijn Siel-godin. 6. Ik min u dan stantvastig voort, En blijf by d'eeden die gy hebt gehoort, En wensch, dat my den Hemel daadlijk schen. Soo 'k eeuwig niet uw trouwe minnaar ben. 7. Gy Lief, waarom ik heb gebeên, Blijf ook getrouw in uw genegentheên. Ik bid, dat gy die gunsten niet verschooft, Die gy uit wedermin my hebt belooft. 8. Vaar wel mijn Engel, vaar dan wel, In wiens gedachten ik mijn Liefde stel. Denk Celestyne met een minne-brand Aan uwen slaaf en Minnaar Fidamant. Vorige Volgende