De zangvogeltjes. Deel 5(ca. 1900)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 21. Blijheid. Vroolijk, iets vlug. 1. Blij, als het vlin - dertje op 't veld - Blijheid is meer dan geld: Dar - te - lend zweeft het, On - be - zorgd leeft het; 2. Blij, als het visch-je in den vliet - Blijheid kent geen verdriet: 't Duikt naar be - ne - den, Steeds wel - te - vre - den; 3. Blij, als het vo - geltje in 't woud - Blijheid is meer dan goud: Steeds kwin-ke - lee - rend, Steeds mu - si - cee - rend; [pagina 29] [p. 29] 1. Zon - ne - schijn, bloemengeur, Vindt het te kust en keur. }Blij-heid, blij-heid,{blijheid maakt rijk. }Blij-heid, blij - heid,{blij-heid maakt rijk. 2. 't Sehiet met zijn zil-vren rug Opwaarts weêr ras en vlug. }Blij-heid, blij-heid,{blijheid maakt vlug. }Blij-heid, blij - heid,{blij-heid maakt vlug. 3. Vliegt het van oord tot oord. Daar niets zijn weel - de stoort. }Blij-heid, blij-heid,{is meer dan goud. }Blij-heid, blij - heid,{is meer dan goud. Vorige Volgende