Het vrolyke landmeysje, zingende in de polder der blyschap(1798)–Anoniem Vrolyke landmeysje, zingende in de polder der blyschap, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Zing ô jeugd het is nu tyd. Wys: Schoone Beemden! Zaligveld! Zing ô Vaderlandsche Jeugd, Die gebooren voor de vreugd, Sombre droefheid blyft ontvlieden, Blydschap moet uw hart gebieden, Zing nu vroolyk zing nu bly, Lustig, lustig. Zing nu vroolyk zing nu bly, Jongheid haat de knynzery. Waarom zoud Gy zoet vermaak, Niet aan Schoonheid Kunst en smaak, In uw lieve Lente Jaaren, Blyde Jongheid vroolyk paaren, Zing dan zing dan op de maat, Lustig, lustig, Zing dan zing dan op de maat, Die myn zwakke Zangster staat. Zing tot eer den poezie min, En Vronw Juno haar vriendin, De een eist leevens Offerhanden, De andre hecht de Huuwlyks banden, Zing den Lof der zalig Echt, Lustig, lustig, [pagina 3] [p. 3] Zing den Lof der zalig Echt, Die de Harten samen hecht. Of wild gy een andren toon, Zing dan niet van Venus Zoon, Maar van Mars dien Koppenkloover, Landverwoester Steden roover, Zing dan van het Oorlogs veld, Lustig, lustig, Zing dan van het Oorlogs veld, En schenk Lauwren aan de Held, Dat de Lente uw hart bekoor, Zing ô Jeugd, ik zing u voor, Laat den toon van Philomeelen, Uwe jonge zinnen streelen, Zing dan zing dan in het groen, Lustig, lustig, Zing dan zing dan in het groen, Lente kan de Zanglust voen, Zing van Maaij en buurman piet, Goede Jorde en kwaade Griet, Zing met my het buiten leven. Dat kan elk genoegen geven, Maar vergeet ook niet, den Wyn, Lustig, lustig, [pagina 4] [p. 4] Maar vergeet ook niet de Wyn, Naar moet van gezongen zyn. Vorige Volgende