De vrolyke Amerikaan
(ca. 1734)–Anoniem Vrolyke Amerikaan, De– Auteursrechtvrij
[pagina 6]
| |
2.
Of, komt gy schielyk aangevlogen
My zeggen dat ik ben bedrogen;
Dat gy het vaste teken draagt,
Dat hare weifelende zinnen
Haar Philibert niet meer beminnen:
Maar dat een ander haar behaagt,
3,
Gy, die zo veel bevalligheden
ô! Hemel! in haar schoone leden
En heilig wezen hebt verspreid,
Begiftigt met het heerlyk voordeel
Van een zo juist en zuiver oordeel
By vloeiende welsprekendheid.
4.
Verhoê dien ramp, dat hare zinnen,
My ontrouw, elders zouden minnen.
ô! Liefde, weer die tegenspoet!
Laat myne beê die gunst verwerven,
Dat ze eer zal zugten om myn sterven,
Als om een nieuwe minnegloet.
|
|