Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1853
(1853)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijHet leven van Dr. Maarten Luther. Bewerkt inzonderheid voor jonge lieden, door Mevr. de Wed. A.B. van Meerten, geb. Schilperoort. Met het portret van Luther, en een plaat, den Wartburg voorstellende. Te Amsterdam, bij P.N. van Kampen. 1852. In kl. 8vo. XC en 202 bl., in linnen prachtband f 1-90.De hoogbedaagde Schrijfster behoort tot zulke vrouwen, van welke wij in het Evangelie lezen, dat zij den Heer dienden. Hoe vele jaren heeft zij hare vruchtbare pen gewijd aan de bevordering van kennis, die de harten heiligt en aan de ontwikkeling van Christelijk leven! Nam de Heer reeds jaren geleden haren wederhelft weg, die getrouw het Evangelie des vredes verkondigde, zij heeft met de pen zijne taak opgevat, en als zij nu op haren langen levensweg terugblikt, en nog krachts genoeg in zich bespeurt om voort te gaan, en zelfs nieuwe plannen van werkzaamheid te ontwerpen, dan dunkt mij, moet wel in haar oog een traan opwellen van dankbaarheid. | |
[pagina 141]
| |
Ik spreek daar van nieuwe voornemens; zij belooft immers nog andere Hervormers te zullen behandelen.Ga naar voetnoot(*) Hier geeft zij een beeld van luther, den heraut der waarheid, den fakkeldrager des lichts, den kampioen tegen dwaling, misbruik en slavernij des geestes. Zij beschrijft luther 1. als kind, knaap, jongeling; 2. in openbare betrekkingen; 3. als zelfstandig man; 4. zoo als hij het zwaard des geloofs aangordt; 5. te Worms; 6. op den Wartburg; 7. te Wittenberg; 8. in betrekking tot zwinglius, oecolampadius, erasmus en anderen; de Rijksdagen te Spiers en te Augsburg; het protest; de onderhandeling te Marburg; 9. Tweede Rijksdag te Spiers; 10. luther in zijn huiselijk leven en zijn dood; 11. zijne begrafenis. De S. heeft haar ontwerp met veel takt uitgevoerd. Zij stelt luther niet voor als een heilige en dit behoeft ook niet: wie in den Hemel is gekanoniseerd, verliest er niet bij met op de aarde steeds mensch te blijven. Maar de Wittenberger was onmiskenbaar een gróót mensch. Zijne gebreken waren aan zijn karakter en taak als vastgeknoopt. Wie het goud uit de mijn wil, moet zich den erts, daar het mede vermengd is, laten welgevallen, totdat eene bekwame hand het zuivert. Het is opmerkelijk, en wij danken Mw. van meerten voor de opmerking, hoe luther, de driftige en onstuimige man, die zijne woorden evenmin woog als een bergstroom het schuimend en spattend, en bruisend neêrstortend water, hemelsbreed in gedrag verschilde met erasmus, die zijne woorden op een goudschaal legde, en zelden anders dan in zeer beleefde vormen zich uitdrukte. En toch weigerde hij, uit vreeze van de groote wereld te mishagen, zijnen ouden vriend ulrich van hutten eene schuilplaats in zijn huis om rustig te sterven; terwijl luther voor de waanzinnige Zwickauer profeten bidt, voor den onstuimigen karelstadt in de bres springt, en tetzel, zijnen bittersten vijand, vertroost, die, door zijne vrienden verlaten, door zijne beschermheeren gevloekt, eenzaam op zijne stervenssponde zwoegt. Niet alleen evenwel dat de waardige vrouw ons het leven van den onvergetelijken Hervormer schenkt, maar zij beantwoordt vooraf de groote levensvraag der zestiende eeuw, of er eene Hervorming noodig was en doet die behoefte uitkomen ‘in de verbasteringen in de eeredienst der vroegste (?) Christenkerk: in het Kerkelijk bestuur of de hiërarchie, en in de afwijkingen in de leer.’ De behandeling is populair, eenvoudig, en bevattelijk. Elders heb ik den lezer op eenige misstellingen opmerkzaam gemaakt; maar zij doen aan de wezenlijke waarde van het schoone boeksken niets te kort. Smaakvol uitgevoerd, is het werkje een even aangenaam als nuttig geschenk. Waarlijk, het is tijd, onzen kinderen te leeren, dat de vaderen niet voor beuzelingen goed en bloed op- | |
[pagina 142]
| |
offerden, en dat zij die zich loswrongen uit banden, die de ontwikkeling van het geestelijk leven belemmerden, geene revolutie-mannen waren.
h. j.h.s. |
|