zeide hij tot dezen: ‘Laat af van die kinderstreken; zulke beuzelingen passen niet aan een deftig man.’ Ja waarlijk, indien uit de herleefde letteren alleen de Hervorming had kunnen voortkomen, dan had leo X, doorvoed met Griekschen smaak, wetenschap en kunstzin, de eerste hervormer moeten zijn, en wat heeft hij gedaan? Den banbliksem van het Vatikaan op het hoofd des Hervormers afgeslingerd, en tot zijnen geestverwant den Kardinaal bembo gezegd: ‘Zie, welk een schat heeft ons het fabeltje van christus opgebragt.’
Anders was de uitkomst, waar de klassieke literatuur tot fakkel diende, niet om de waarheid te geven, die ze niet bezat, maar, om, waartoe ze ook oorspronkelijk had gediend, de waarheid te zoeken. Daar ging oog en hart open voor haar bezit, zoo als zij was van boven gekomen, en de Hervorming werd van zelf behoefte, omdat de Kerk de waarheid wel niet had weggenomen, maar ze in den nevel des bijgeloofs schier onkenbaar had gemaakt.
Zoo werd de klassieke literatuur voor de Kerk wat zij was geweest voor twee groote oude volken, en wat zij nog is voor ieder jongeling, die zich aangordt tot wetenschappelijke kennis der Evangelieleer: milde voorbereiding. De geschiedenis van olympia morata is er een sprekend toonbeeld van. Het is de geschiedenis eener rijkbegaafde vrouw, in welke de geestdrift voor de letterkunde van Hellas en Latium zich oploste in de liefde voor de poëzij des hemels, verheerlijkt door de verschijning van het levend Woord.
Het is eene gelukkige gedachte geweest dit werk in onze taal over te brengen. Weinigen onder onze lezers zullen de vrouw kennen die er de heldin van is; maar wie ze nu leert kennen, zal hare geleerdheid bewonderen, de keuze van haar hart prijzen, haar werk zegenen.
De Inleiding schetst zeer vlugtig den herbloei der wetenschappen in Italië, vooral in Ferrara, bepaaldelijk in den zonneglans van 't Hof. Het leven van olympia, de dochter van den beroemden Hoogleeraar morata, wordt in de fijnste bijzonderheden in vollen dag gesteld. Zij treedt niet op een bepaalden leeftijd te voorschijn, maar wij leeren haar kennen van kindsbeen af, in eene jeugd, welke zich boven die van duizenden gunstig en roemvol onderscheidde. Wij ontmoeten haar reeds vroeg aan 't Hof, als gezellin in studie van anna van este, de dochter van den Hertog, later de gemalin des Hertogs van guise. Wij leeren te gelijk rené, de brave zuster van den ridderlijken Eersten frans, de gade van Ferrara's Hertog, kennen.
Wij zien met welgevallen hoe onder de geletterden aan dit Hof, waar menigen vlugteling uit Frankrijk een gastvrij onthaal verraste, de letteren bevrucht werden door den geest der Christelijke waarheid; waarvan de gevolgen zich openbaarden in de verspreiding der beginselen, die, uit Wittenberg, door Frankrijk heen, de Alpen overschreden.