Reynaerdiefje
In 1994 belichtte Tiecelijn uitvoerig het personage van Bruun de beer én de viering van 200 jaar Reineke Fuchs van Goethe. In dit laatste nummer van de zevende jaargang worden beide themata opnieuw centraal gesteld. Een tweede bere-themanummer omdat er nog enkele boeiende stukken op de redactietafel lagen. Bovendien een uitgebreid verslag van enkele Goethe-vieringen door Goethe-tentoonstellingenorganisator Wim Gielen. De beer staat centraal in een bijdrage van Erwin Verzandvoort over de rijke illustratietraditie van de Reynaertverhalen, in een vervolg op Yvan de Maesschalcks artikel over de beer in de literatuur en in de uitgave van een achttiende-eeuws lied over de honingscène. De beer staat eveneens centraal in de ex-libris-bijdrage. Verder vinden we enkele bereverzen in het tweede deel van de dierenfabels van J.-J. Reynaerts en een speels stuk over Madoc van Els Bos, lid van de semi-professionele vertelgroep ‘De verwondering’ uit Amersfoort.
De v.z.w. Tiecelijn-Reynaert laat in dit nummer ook reeds in zijn kaarten kijken voor de toekomst en meldt meteen twee belangrijke initiatieven. Zij organiseert een themawedstrijd over Reynaert in het ex-libris met een belangrijk prijzenbedrag en krijgt hiervoor de steun van het gerenommeerde ex-libristijdschrift Graphia en de stad Sint-Niklaas, vestigingsplaats van het Internationaal Exlibriscentrum. De wedstrijd loopt tot eind 1995 en kent zijn finale in de pinksterdagen van 1996. Later dat jaar hoopt de redactie een boek over de Reynaertbewerkingen van Streuvels te publiceren i.s.m. het nieuw opgerichte Stijn Streuvelsgenootschap. Voor beide initiatieven zou Tiecelijn-Reynaert een beroep willen doen op de abonnees van Tiecelijn.
Die abonnees werden in 1994 verwend. Ruim 180 bladzijden lectuur voor 200 BF of 11HF. Waarschijnlijk is er in West-Europa geen goedkoper tijdschrift te vinden, of toch geen waar de prijs-kwaliteit-verhouding zo optimaal is. Dit kon in 1994 enkel door de inzet van velen, maar vooral door de bijdrage van bijna 30 abonnees die steunend lid werden en door de steun van de Vlaamse Gemeenschap. Ook voor 1995 blijft die Vlaamse Gemeenschap ons als literair tijdschrift erkennen. De subsidie voor literaire tijdschriften werd blijkbaar lineair verminderd met 25.000 BF, wat voor een tijdschrift als het onze een halvering van de subsidie betreft. Toch zijn wij de commissieleden en de minister dankbaar en blijven wij hun financiële tegemoetkoming blijvend interpreteren als een hart onder de riem en een sein om ermee door te gaan. Tevens blijven wij onze gulle mecenassen dankbaar, en dan vooral het gemeentebestuur van Stekene dat nog steeds de verzendingskosten financiert. Dit alles volstaat nauwelijks om de boekhouding van in evenwicht te houden. Dat kan de v.z.w. gelukkig nog wel door het zoeken van sponsors voor haar manifestaties. Toch is het wenselijk het abonnementsgeld voor Tiecelijn-1995 te verhogen tot het bescheiden bedrag van 250 BF of 14 HF. Wij zijn er vast van overtuigd dat deze aanpassing voor niemand zware problemen oplevert. Het tijdschrift krijgt steeds meer erkenning en staat borg voor nieuwe en boeiende Reynaertartikelen.
[Rik VAN DAELE]