Exit Reynaertmuseum te Rupelmonde?
De in 1991 ingereden nieuwe Reynaertroute is ruim drie jaar na haar onthulling enkele monumenten rijker (o.a. in De Ster te Sint-Niklaas en de Reynaertrozentuin te Belsele), terwijl ook enkele banken werden heropgefrist. Landschappelijk is vooral het langeafstandspad er een stuk ‘gezonder’ op geworden met de bescherming door de stad Sint-Niklaas van enkele stroken van de Moervaartvallei. Bovendien zijn de berichten over de bewegwijzering hoopvol. De Reynaertautoroute blijft een toeristische troef, maar hier is de voortdurende, geleidelijke verloedering van het landschap opvallend. De betonnering van de met kinderkopjes aangelegde Lange Nieuwstraat tussen Kieldrecht en Meerdonk, een van de oudste en ongetwijfeld de landschappelijk mooiste Wase polderweg, is vanuit landschaps-archeologisch standpunt een kleine ramp. Langs het betonbaantje staat thans geen boom meer recht. Enkele nieuwe aanplantingen waren welkom en zouden van dit stukje van de route opnieuw een oase van groen en rust kunnen maken. De optie die het stadsbestuur van Sint-Niklaas in de Waterstraat te Sinaai nam, nl. bij de herinrichting het herleggen van de kinderkopjes tussen brede fietsstroken, verdient de voorkeur.
Vanuit Reynaertstandpunt is echter een andere dreiging op komst. Sinds de restauratie van de zestiende-eeuwse getijmolen te Rupelmonde een aanvang nam, is de Reynaertcollectie uit het museum verdwenen. Reeds diverse Tiecelijn-lezers en Land van Reynaert-toeristen werden met een gesloten museum geconfronteerd. En hoewel de collectie veilig en droog wordt bewaard, is de kans dat dit unieke museum in hetzelfde gebouw komt, vrij klein. Het Mercatoreiland heeft een huurder gekregen die de musea (graventoren en getijdenmolen) mag uitbaten. Een van de gevolgen hiervan is dat het Scheldemuseum, dat net zoals het Reynaertmuseum sterk aan herdefiniëring en vernieuwing toe was, is ingeruild voor een Mercator-poppenmuseum. De toren, het eindpunt van de Reynaertroute, vroeger voor een habbekrats toegankelijk, is nu voor groepen toegankelijk voor een bedrag van 75 BF. Gelukkig blijven de andere Rupelmondse Reynaerttrekpleisters vrij toegankelijk en is de Mercatorstede meer dan één bezoek waard.
De afsluitende bijdrage van deze Tiecelijn is bedoeld als een vraag naar de betrokken besturen om te waken over het Reynaertmuseum. De situatie begint te gelijken op het Uilenspiegelmuseum te Damme. Daar bracht een windhoos onheil, in Rupelmonde was er in 1990 eerst grote waterschade en thans lijkt twijfel en besluiteloosheid een gevaar.
Reynaert was voor Rupelmonde gedurende meer dan 30 jaar een toeristisch visitekaartje. Dat zou het in de toekomst ook moeten zijn. Met een nieuw en didactisch uitgewerkt concept.
Misschien heeft de nieuwe eigenaar of de gemeente interesse. Indien niet, dan moet gezocht worden naar een uitwijkplaats voor het museum dat door ere-conservator Bert Peleman in 1963 werd gesticht.
Willem DE BUITLOZE