Reynaerdiefje
Vele moderne auteurs creëerden een Reynaertbewerking. De ene hield het bij een vertaling, de andere ging zeer creatief te werk. Een der meest intrigerende bewerkingen is Wapenbroeders (1955) van Louis Paul Boon. Waar Boon de mosterd vandaan haalde, was tot voor kort niet bekend. Men vermoedde uit de vertaling van de Ysengrimus van Van Mierlo, de kritische uitgave van Muller en voorts uit Franse en Duitse boekjes. Boon heeft zelf zijn bron nooit prijsgegeven en liet het spel van de intertekstuele ontleningen over aan de vossejagers. Was het de Reynaert van Muller, die Boon van Elsschot had ontleend en waarvan hij beweerde dat het het enige boek was dat Elsschot bezat? Boon raseerde zijn bron als het ware weg. Het verslag van het detectivewerk naar de bronnen van Boon leest u in een belangwekkend Boonartikel, dat niet enkel Boons belangrijkste bron onthult, maar ons tevens inlicht over Boons schrijverschap.
Een andere rasuur, die van vers 1 van het Comburgse handschrift, bleef na een technische kuur intact. Wellicht geeft die regel nooit zijn geheim meer prijs. Jo de Vos was erbij en brengt verslag uit.
Tevredenheid is er verder betreffende de nieuwe Reynaertroute. Op 18 mei wordt de Reynaertlandgids van de Tiecelijnredactie voorgesteld en op Pinksterzondag zelf wordt het Hulsters-Wase deel van de route ingereden. Alle Tiecelijnlezers zijn van harte welkom om op verschillende plaatsen de stoet op te wachten en te volgen. Het was echter niet mogelijk om u allen op de bus uit te nodigen. U kan Het land van Reynaert nog steeds bij de redactie bestellen en zo Tiecelijn steunen. In de marge van de opening zijn enkele kleine, boeiende tentoonstellingen en manifestaties voorzien. Reynaert regeert.
Verder vindt u in de volgende bladzijden een portret van een Reynaertbibliofiel, geschreven door een andere Reynaertbibliofiel, zelf samensteller van het kleinste Reynaertboek dat ooit verscheen. Tot slot kan u een samenvatting lezen van het proefschrift van André Bouwman, die te Leiden promoveerde op een Reynaertdissertatie. Reinaert en Renart is vers van de pers en zal in een van onze volgende nummers besproken worden.
We besluiten in mineur. De kathedraal, die de Middelnederlandse letterkunde is, takelt in Vlaanderen stilaan af en dreigt vaste grond onder haar fundering te verliezen door universitaire besparingen en kortzichtigheid. Hoe meer Tiecelijn bloeit, -dus hoe meer het Reynaertverhaal zichtbaar leeft- hoe triester de situatie van de Vlaamse studie van het Middelnederlands eruit ziet. Wij eten deze bittere vrucht in een volgend Reynaerdiefje.
In maart bereikten ons twee droevige berichten. Op 13 maart stierf Reynaertnestor Tobias Hagtingius. Hij was 91. In ons aprilnummer 1990 publiceerden wij zijn portret. Wij bewaren aan hem lieve herinneringen. Te Stekene overleed natuurgids Philip Dewulf, zoon van onze huistekenaar Ivo. Alhoewel blind, zag hij meer dan een ander. We vinden de woorden niet...
[R.v.D.]