Uit boek en tijdschrift
Van den vos reynaerde. Het epos vanuit handschrift A (Comburgse handschrift), geschreven door Willem, die Madock of vele bouke maecte, (rond 1260), verteld en vertolkt door Jo Van Eetvelde. Brussel-Zellik-Hilversum /BRT-Poketino-Siesta Productions, 1989.
Gedurende de vakantiedagen kreeg ik de kans en nam ik de tijd om Jo van Eetveldes Van den vos reynaerde een paar keer te beluisteren. Drie plakjes CD goed voor 3h36′44″. Ik ben bij het neerschrijven van deze bedenkingen nog niet helemaal bekomen van de ervaring. Alhoewel Van Eetvelde me zijn talent niet meer hoefde te bewijzen, toch had ik met spanning en enige argwaan uitgekeken naar de resultaten van dit deel van het Reynaertproject (i.s.m. Sylvain Peeters - BRT).
In 1985 was Van Eetvelde erin geslaagd me met zijn Beatrijssproke, een uur aan mijn geluidsinstallatie te kluisteren. Hoe zou hij mij nu gedurende drie en een half uur kunnen boeien? Ik weet het niet, maar hij deed het. Het ligt ongetwijfeld aan het vakmanschap van de man, maar evenzeer aan de Reynaert.
Laat Beatrijs het liefste, het meest poëtische, het meest vrouwelijke, het meest echt menselijke werk en het hypermodern gegeven zijn uit onze vroegste literatuur, Van den vos reynaerde laat over het ganse terrein, stilistisch en inhoudelijk, zijn tijd ver achter zich. Schelmenroman avant la lettre, speelt hij in het territorium waar Beatrijs in al haar menselijkheid, schroomvol omheen loopt: geweld, sadisme, sex; roof, bedreiging, misleiding; majesteitsschennis, intentionele woordbreuk tegenover de pair, usurpatie; moord, kindermishandeling, bloedschande; heiligschennis, simonie, sodomie; het belachelijk maken van de edeling, pape en dorper, in contrapunt met vroomheid, boete, vaderliefde, overlevingsdrang, vindingrijkheid en rechtvaardige-wreker missie. Dit alles onder het mom van vermaning, lering en zedeles, zo gepresenteerd dat de schurk de held wordt en dat wat heilig is naar pek en hel gaat ruiken. De omgekeerde wereld. J.R. in vossepels. Wie kan hieraan weerstaan, het prikkelt de nieuwsgierigheid en de verbeelding. Ik heb dit nog nooit zo duidelijk ervaren als in de Reynaert van Van Eetvelde.
Wat vroeger werd geschreven en bewezen, nl. de tweeledigheid van het epos (het onderscheid tussen RIa en RIb) wordt in deze Reynaert volledig onzichtbaar, sorry, onhoorbaar; de homogeniteit wordt door het gesproken woord onderstreept. Het woord zet in de