De nieuwe Mercker haringh-vanghst ofte het Monickedammer welvaren
(1697)–Anoniem Nieuwe Mercker haringh-vanghst ofte het Monickedammer welvaren– AuteursrechtvrijStemme: Hier kom ik dwalen.
NA langh te wagten,
Is het eyndelijk geluckt,
Dat mijn Liefste haar gedogten
En haar liefde my uyt druckt,
Dat sy haar genegentheyt,
Voor my klaar en open leyt,
Daar sy dik en menigmalen
My haar liefde had ontseyt.
Dat soete Jaatje
Dat har uyt den Besem quam,
Dat mijn alderliefste maatje
Uyt daer minne schuyl hoek quam
Dat vergeet ik nimmermeer,
En dees maget vol van eer,
Sal ik nu nog meer beminnen
Om dat sy my liever weer.
Mijn treurig herte,
Dat voor desen was gewond,
wert genesen van de smarte,
Daar ik my doen in bevond,
'k Stelde my als doen gerust,
Daar op heb ik haar gekust,
Nu ben ik geheel in vreugden
Want sy is mijn 's herten lust.
Ik hebbe reden,
Om verheugt en blijd te zijn,
Want het geen ik heb gebeden
Stond sy toe op dit termijn,
Haar liefde ontbrant in my
Mijn liefd' ook in haar, want zy
Is gelijk als ik van sinnen,
Dat var was is nu naby.
'k Sal haar dan roemen,
| |
[pagina 67]
| |
So lang als ik leven sal,
Dog ik sal haar naem niet noemen,
Op dat niemant ons bekal,
't Is een meysje schoon van lijf,
Deugdelijk in haar bedrijf,
Haar soet wesen uyt gelesen
't Is een uytmuntend Jonk-Wijf.
Darom gy Minnaars:
Hebt gedult in u verdriet:
Gy wort nog wel eens verwinners
Als gy dit bediet;
Neemt het alles in het goet
dat in 't vryen u ontmoet:
doet u Lief gedurig weten
Wat smart u de Liefde doet.
Door 't lange droppen
Kleeft het Water eenen steen;
Houw maar moet sy sal door 't kloppen
Open doen voor u geveen:
Maar bedriegt geen brave Mey;
doet gelijk ik heb geseyt
'k Wedd gy sult haar wel bekomen
Als sy u is op geleyt.
|
|