Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2002-2003
(2004)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [2001- ]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 141]
| |
Patrick Petersen
| |
[pagina 142]
| |
Philander, S.V. Petersen en de alom gewaardeerde Adam Small. Maar, ondanks het feit dat de genoemde drie schrijvers tot de canon van de Afrikaanstalige letterkunde behoorden, bloeide het literaire leven in deze gemeenschap nog niet echt op. Het ontbrak de ‘bruin mense’ aan zelfvertrouwen en aan de middelen om een rol van betekenis te spelen binnen de erkende Afrikaanstalige letterkunde. Tijdens de jaren tachtig van de vorige eeuw begon een groep jonge dichters vooral verzetsgedichten tegen de apartheid te schrijven. Patrick Petersen besloot om het initiatief naar zich toe te halen. Hij publiceerde in 1985 een eigen dichtbundel onder de titel amandla ngawethu bij de Genadendalse Drukkery, een instelling die uit het werk van de Moravische Broeders, de Herrnhutters, was voortgekomen. De titel van deze dichtbundel - die letterlijk ‘de macht aan het volk’ betekent - hield een politiek programma in. De titel was een identificatie met de voornaamste doelstelling van het African National Congress. De inleiding tot de gedichten is een poging om het streven naar een democratisch Zuid-Afrika te combineren met een bepaalde vorm van poëzie: ‘digkuns wil die kuns wees wat die swartman direk aanspreek. in 'n sin moet die poësie selfs negatief en destruktief handel om konstruktief te raak: totdat ons vry sal wees. niks in suid-afrika is neutraal nie, niemand in suid-afrika kan neutraal skryf nie. in 'n sin is laasgenoemde niks anders as blatante geweld nie. vraag is nou moet die swart poësie die geweld afsweer ter wille van afsweer en vryhede veroorloof ten koste van die swart afrikaanse gemeenskap? om die poorte van die gevestigde uitgewer langs daardie weg met lof in te gaan waarborg niks blywends nie.’ Met een eigenzinnige spelling toont Patrick Petersen in zijn bundel aan hoe creatief hij met de Afrikaanse taal weet om te gaan. Kern van de poëtische boodschap is het vervreemden van geijkte woorden, zodat humor en verrassing deel worden van het leesproces. De bundel bevat staaltjes van inventiviteit die niet onderdoen voor het niveau van Adam Small. Ik pluk de volgende voorbeelden uit twee gedichten: ‘vryhuid gelykhuid susterskap’, ‘broers koeksusters susters broodbroers’. Door het gebruik van het woord ‘koeksuster’ zal iedere Afrikaanstalige moeten glimlachen wegens de verwijzing naar een typisch Zuid-Afrikaanse lekkernij: een met stroop gevuld mierzoet baksel van gevlochten deeg. In amandla ngawethu biedt Petersen heel wat voorbeelden van zijn vermogen om met de taal te jongleren. Minder overtuigend zijn daarnaast de pogingen om aan het gezegde een activistische draai te geven, vaak met behulp van een slagspreuk uit de propaganda van het anc. | |
[pagina 143]
| |
Wat Patrick Petersen al aankondigde in zijn debuutbundel, zette hij vervolgens in daden om. Hij stichtte zijn eigen uitgeverij: Prog-Uitgewery. De eerste publicatie van Prog was de verzamelbundel Aankoms uit die skemer, waarin zeven dichters uit de kring rondom Petersen hun werk in de openbaarheid brachten: Noël Adams, André Boezak, Floris A. Brown, C.J. Hollenbach, M.C. Mackier, Petersen zelf en Marius F. Titus. De titel kan gelezen worden als antwoord op de nog vrij onderdanige bundel Nag is verby van naamgenoot S.V. Petersen uit 1974. Opvallend aan de collectieve bundel is de naadloze overgang van het werk van de ene dichter in dat van de ander. Behalve in de inhoudsopgave bevat het boek geen scheiding tussen de verschillende dichters. Ook dat is een signaal van poëticale aard, al verklaarde Petersen dit verschijnsel zelf vanuit een gebrek aan geld voor nog meer gedrukte bladzijden. De gedichten zijn verschillend van kwaliteit. Hun gemeenschappelijke noemer is de combinatie van maatschappelijke aanklacht en bijbelse verhaaltraditie. In een vraaggesprek met het maandblad Zuid-Afrika (jg. 66, nr. 10, oktober 1989, p. 142-145) vertelde Patrick Petersen over de moeizame weg van manuscript naar gepubliceerd werk: ‘Voor toekomstige publicaties mikken wij niet op de gevestigde Zuid-Afrikaanse uitgevers maar op een alternatieve uitgeverij. Die alternatieve uitgeverij is een noodzakelijke voorwaarde, omdat aan deze publicaties bepaalde waardecriteria ten grondslag liggen. Een eigen uitgeverij is het ideaal. Het is niet de bedoeling om een nieuwe vorm van apartheid te creëren maar wel om iets op poten te zetten om de ervaringen van apartheid weer te geven. Want als we moeten wachten op de gevestigde Afrikaner uitgevers, dan kan dat nog heel lang duren.’ Het vraaggesprek vond in Nederland plaats tijdens Petersens enkele maanden durende studieverblijf in Europa. Het jaar daarvoor had Patrick Petersen zijn bundel Advent bij Prog-Uitgewery gepubliceerd. De gedichten uit deze bundel onthullen een sterke verbittering over het onrecht dat de gekleurde bevolking van Zuid-Afrika is aangedaan, tevens een door de oud-testamentische profeten ondersteunde, intense vereenzelviging met de leiders van het zwarte verzet, vooral uit de gelederen van het anc, en tegelijkertijd een groot verlangen naar verzoening vanuit de oproep van het evangelie. Voor het begrijpen van de gedichten is kennis van de actuele context essentieel. Hier volgt een van de gedichten. De daarin voorkomende namen verwijzen naar bisschop Desmond Tutu en naar de predikanten Alan Boesak en Beyers Naudé. Alan Boesak was in 1988 nog een voortrekker in de sociale en politieke | |
[pagina 144]
| |
strijd en is na het jaar 2000 wegens corruptie van het politieke toneel verdwenen. Het ‘votum’ uit de titel is de formule die aan het begin van de kerkdienst door de predikant wordt uitgesproken als belijdenis van de hulp die God de mens geeft: Votum
Amen
Ons begin
Ons voortsetting
Ons voleinde
Is die name
Tutu Boesak Naude
Wat per stok en staf voorgaan
Vree
Volle vree
Amen.
In 1993 verscheen de dichtbundel Vergenoeg van Patrick Petersen, eveneens bij Prog-Uitgewery. In vergelijking met voorafgaande bundels is het duidelijk dat de poëzie voor de dichter een andere functie heeft gekregen dan voorheen. De betrokkenheid is nog sterk aanwezig, maar ze is verschoven van een strijd voor politieke emancipatie naar een pleidooi voor menselijkheid binnen de gegeven sociale verhoudingen. Het zijn de werkers op de Zuid-Afrikaanse boerderijen, de ‘plaaswerkers’, van wie het onzekere bestaan nu tot solidariteit en protest leidt. De raciale tegenstellingen hebben plaatsgemaakt voor scheidingen van sociale aard: Gemengde gevoelens
Hy verlang na bloeisels
sonskyn in 'n tak
na die reuk van vars geploegde grond
hy verlang, vertel hy my, na boorde
van verweelvrugte [fluwelen vruchten]
en breek nie sy verlange oop nie: hy verstaan
wanneer hy voel en nie voel nie
hy verstaan, vertel hy my, dat plaas is
| |
[pagina 145]
| |
om die baas stink ryk te werk
van vroegdag tot laat snags
ek vra hom: en die landerye
hy antwoord: my geverstaan was
'n bottel wyn, 'n dop
sou jy jou lewe daarvoor gee?
waarvoor sterwe?
my sweet is ingeploeg
sonder dat ek vrugte sien
die plaas het my net geleer
werk want die nag kom nader
Patrick Petersen heeft in zijn betrekkelijk korte leven belangrijke initiatieven ontplooid. Zijn gemeente in Sint Helenabaai aan de Kaapse westkust zal zich hem als toegewijde herder van de gelovige kudde herinneren. Deze gemeente telt leden die als arbeider bij de spoorwegen werken en leden die als vissers vaak lang van huis zijn en een zwaar bestaan leiden. Petersen kende hun zorgen en moeiten om het hoofd financieel boven water te houden. Hun bitterheid had hem ook qua taal kunnen radicaliseren. In jaren dat de gekleurde mensen van de Kaap zich afwendden van het Afrikaans bepleitte hij juist het gebruik van deze taal die hun moedertaal was. Zoals Petersen in het genoemde gesprek in 1989 zei: ‘Vóór de herleving van het Afrikaans bestond er een bewuste verschuiving in de richting van het Engels. Zodat mensen Engels spraken en hun kinderen in het Engels hebben opgevoed. Dit was meer een politieke manier om opstandigheid of rebelsheid aan de regering te tonen dan iets anders. Maar gaandeweg is er bij ons een bewustwordingsproces op gang gekomen, dat Afrikaans ook deel is van Afrika als zodanig en dat we van deze taal niet zo maar afstand kunnen doen, zoals een mens een vliegtuig neemt om zich in Canada te vestigen. Afrikaans is deel van onszelf en we beleven nu een herwaardering die in alternatief Afrikaans tot uitdrukking komt. Mijn positie is nog niet dusdanig dat die met een stevige Afrikaanse schrijversnaam in gevestigde zin vergeleken kan worden.’ Patrick Petersens radicaliteit school in zijn keuze voor het Afrikaans als articulatiemiddel van pijn, vernedering en verachting. Hij wilde aantonen dat zulke emoties met de taal van het geloof, maar ook met behulp van het Afrikaans als taal van de literatuur onder woorden te brengen waren. Hij was zich terdege bewust van | |
[pagina 146]
| |
het gevaar dat de emotie en het politieke protest de literaire waarde van een gedicht of een roman schade konden toebrengen. Echter, hij was van mening dat dit niet zo hoefde te zijn en dat goede begeleiding van aankomende schrijvers daarvoor een eerste vereiste was. Die begeleiding bood hij zelf, waarbij hij kon terugvallen op de deskundigheid van de docenten bij het instituut Afrikaans/Nederlands van de Universiteit van Wes-Kaapland. Een van die deskundigen was de literatuurwetenschapper Hein Willemse. Het begin van Petersens literaire activiteiten was bescheiden. Het kantoor van Prog-Uitgewery was niets anders dan de studeerkamer van de dominee. Het maken van reclame voor de boeken via affiches werd door vrijwilligers uit de gemeente van Sint Helenabaai verzorgd, evenals de verzending naar de afnemers. Na de grote omwenteling van de jaren 1989 en 1990 is het literaire landschap van Zuid-Afrika wezenlijk veranderd. Uit de gemeenschap waarvan Petersen deel uitmaakte, kwamen schrijvers als A.H.M. Scholtz, Karel Benjamin en Vincent Oliphant naar voren. Wat klein begon, heeft nu respectabele proporties aangenomen. Patrick Petersen zag het belang van een literaire infrastructuur om goede initiatieven tot kwalitatief goede resultaten te leiden duidelijk in. Daarom was hij ook betrokken bij de oprichting van de Afrikaanse Skrywersvereniging en werd hij hier later voorzitter van. Daarvoor was hij mede-initiator van het Tweede Swart Afrikaanse Skrywersimposium dat in Paternoster is gehouden. Tussen datzelfde Paternoster en zijn huis in Vredenburg raakte zijn auto tijdens een winternacht in een slip. Patrick Petersen overleed ter plekke. Hij was een zaaier. Het begin van de oogst maakte hij nog mee. Het ware oogsten moest hij aan anderen overlaten.
hans ester |
|