ties van het nieuwe fonds: Bouwen van woning tot stad van Zandstra, Giesen en Symons, de herdruk van Carry van Bruggens Prometheus, een door W.F. Hermans samengestelde bloemlezing uit de gedichten van Focquenbroch, en dichtbundels van Max Nord, Jacques van Hattum en Charles B. Timmer.
Een belangrijke plaats in het fonds werd weldra ingeruimd voor Jacques de Kadt, specialist buitenlandse politiek voor de Tweede-Kamerfractie van de Partij van de Arbeid. Vanaf de vroege jaren dertig was hij Van Oorschots politiek geweten, en hij zou dat voorgoed blijven. Van Oorschot was De Kadt gevolgd naar de Onafhankelijke Socialistische Partij, zoals hij hem ook zou volgen naar de Partij van de Arbeid. Ook die partij verliet hij ten slotte toen De Kadt, als ex-communist een fel bestrijder van de Sovjetunie en om die reden wars van de verzoeningsgezinde houding van veel partijgenoten, daartoe het voorbeeld had gegeven.
Uit loyaliteit met De Kadt en diens ideeën was Van Oorschot niet alleen bereid de verliezen van diverse slecht verkopende titels te dragen. Hij trotseerde ook menig conflict met de elkaar opvolgende redacties van het door hem uitgegeven maandblad Tirade. Opname van De Kadts politieke beschouwingen, die ook na de periode van de koude oorlog tussen Oost en West rabiaat anticommunistisch bleven, was voor de uitgever een voorwaarde om met het blad door te gaan.
Tirade, gestart in 1957, was een periodiek dat Van Oorschots nonconformistische geest aardig weerspiegelde. Het was de opvolger van Libertinage, en net als zijn voorganger bleek het doortrokken van de personalistische literatuur- en levensbeschouwing van Ter Braak en Du Perron, de twee voormannen van Forum. Vanwege de antikatholieke en vrijzinnige houding, die niet alleen uit de geschreven bijdragen bleek, maar ook tot uiting kwam in de illustraties van Melle, Metten Koornstra, Nicolaas Wijnberg en andere kunstenaars, kreeg Tirade zelfs problemen met het subsidie verstrekkende ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Tal van bekende Nederlandse schrijvers en publicisten hebben deel uitgemaakt van de redacties: Jan Eijkelboom, Jan Emmens, J. Goudsblom, Remco Campert, Adriaan Morriën, Joke Kool-Smit en vele anderen. De redacteur die het het langst in de leiding van Tirade volhield, was Gerard Reve, en toen ook hij zich terugtrok, werd het blad voor een kleine tien jaar een eenmansonderneming van de uitgever zelf.
Gerard Reve was ook als fondsauteur een belangrijke steunpilaar van