maat. Het behandelt, op grond van omvangrijk bronnenonderzoek, zeer uitvoerig de historie van zijn familie, die stamt uit het Zuidhollandse dorp Noordeloos. De drukkosten van het boek waren aanzienlijk. Ter financiering hiervan richtte de familie in 1967 te 's-Gravenhage de Stichting ter bevordering van de wetenschap der cultuurgeschiedenis op.
Na de verschijning van dit werk publiceerde Holleman in dit Jaarboek nog het levensbericht van de Bredanaar A. Hallema.
Zijn laatste twee boeken, Zoomvliet en Stamboek Holleman, betreffen de eigen familie of aanverwante geslachten. Zijn leven lang heeft hij materiaal verzameld ten behoeve van deze studies, die de laatste decennia van zijn historische activiteit geheel in beslag namen. Hij bewaarde alle brieven die hem en zijn familie waren toegezonden, alle kritiek op zijn geschriften en alles wat hij ten behoeve der familiegeschiedenis had ontvangen. Ook literatuur over andere familieleden en geraadpleegd materiaal heeft hij nauwgezet bijeengebracht. Zo ontstond het familiearchief-Holleman, dat in 1978 aan het gemeentearchief van Breda in bewaring werd gegeven. Tot een jaar voor zijn overlijden kwam hij per fiets regelmatig naar het gemeentearchief, om deze stukken te raadplegen en aan te vullen.
Holleman was een ouderwetse man, hetgeen met name tot uitdrukking kwam in zijn taalgebruik, kleding en omgangsvormen. Hij reed geen auto en heeft nimmer een t.v.-toestel bezeten. In wezen mild van aard, was hij in de omgang meestal beminnelijk en niet zelden humoristisch, soms echter ook moeilijk voor zijn omgeving.
Zijn historische interesse was dermate groot dat hij vrijwel al zijn vrije tijd besteedde aan zijn studie. Sociaal leven en amusement, bijvoorbeeld in de vorm van komedie en concert, of zelfs het lezen van een roman waren voor hem - althans sinds zijn komst naar Breda - duidelijk van minder belang, al onderhield hij tot in zijn laatste dagen met een beperkt aantal zeer goede vrienden nauwe banden.
Hoewel hij - zoals uit het bovenstaande blijkt - in zijn leven een groot aantal functies heeft vervuld, schuwde hij het eerbetoon hiervoor. Zo is hij na drieënveertig jaar juridische praktijk op zeventigjarige leeftijd met stille trom vertrokken. Hoogtijdagen in een mensenleven, zoals bijvoorbeeld zijn gouden en diamanten bruiloftsfeest, wilde hij liefst onopgemerkt laten en slechts in de huiselijke kring op bescheiden wijze vieren. Dit heeft buitenstaanders wel eens de indruk gegeven dat het leven aan hem voorbij is gegaan. Juister is het te stellen dat Frederik Arnold Holleman op geheel eigen wijze inhoud aan zijn leven gegeven heeft. Een werk-