in combinatie met zijn overvloeiende innemendheid, ook sympathie afdwong. In zijn beste jaren is hij een van Vlaanderens meest gevraagde en gevierde voordrachtgevers geweest.
Bernard Kemps kritisch en essayistisch werk demonstreert zijn groot interesse voor de (literaire) actualiteit. De tijd schrijven...: inderdaad, dat had hij zich als levenstaak gesteld, in zijn romanoeuvre zowel als in zijn activiteit als essayist. Hij was een gedroomd recensent, omdat hij zo aan de levende actualiteit verhangen was, niet om er alleen maar wat literaire gelegenheidskroniekjes over te schrijven, maar om haar te doorleven, te doorkijken en te doorproeven met de gulzige weetgierigheid en het levensbeschouwelijke engagement die hem eigen waren. Het levende literaire bedrijf in de volle socio-politieke context, dat was zijn gedroomd werkterrein. Als beleidsbewuste en sociaal geëngageerde man ging hij graag voor, gaf hij graag leiding en speechte graag. Vandaar dat hij spontaan in functies in het openbare literaire leven terecht kwam (in de vvl bij voorbeeld, of in de pen-club, in de commissies van het Ministerie, in redacties van tijdschriften, in genootschappen). Ook dat lag in zijn natuur. Zijn actualiteitsnieuwsgierigheid was zó groot dat hij er allicht werk van groter omvang of steviger duurzaamheid aan heeft opgeofferd. Hij was immers altijd zo ongedurig bezig, overal en telkens zo geëngageerd begaan en betrokken, soms met het geringste waarover praetoren zich niet hoeven te bekommeren. Hij deed dat wel... De neiging naar een Journaal, zoals er een embryonair in Roeping of in de kleindrukstukjes van Dietsche Warande verscheen, is helemaal niet verwonderlijk. Iemand als Bernard Kemp had een sterk Journaal naar Franse trant na kunnen laten.
Als voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen en van de Commissie ter Bevordering van de Letteren heeft hij met onbetwist moreel gezag het principe van de constructieve tolerantie verdedigd. In de vvl, bij definitie ‘een vereniging van waakzame individualisten’, zoals H.F. Jespers zegde, bracht hij met zijn spontaan aanvaard gezag, dat meteen ‘een uitzonderlijke présence’ uitstraalde, orde en rust. Dank zij hem is de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen na de krisis van de afscheuring, weer bedaard en bestuurbaar geworden. Met de présence en het autoritaire lef die hem aangeboren waren, wist hij zich boven ideologische tegenstellingen staande te houden en te doen respecteren.
Hij schreef tal van gelegenheidsstukjes, genereus en bevestigend als hij was tegenover collega's, vrienden, en eigenlijk tegenover de zaak van