Voornaamste geschriften
De Bibliotheca Neerlandica Manuscripta van Willem de Vreese. Utrecht 1953 (dissertatie Universiteit van Amsterdam).
Kroniek der handschriftenkunde in Het Boek 32-37, 1955-1965.
Über den Kodex 507 der Österreichischen Nationalbibliothek (Reuner Musterbuch). Den Haag 1956.
Koninklijke Bibliotheek. Inventaris van de handschriften van het Museum Meermanno-Westreenianum. 's-Gravenhage 1960 (in samenwerking met A.F. Dekker).
Codicologie en filologie in Spiegel der Letteren 5-9, 1961-1966 (in samenwerking met W.G. Hellinga).
De kunst der filologie. Groningen 1962 (rede School voor Taal- en Letterkunde).
Willem de Vreese, Over handschriften en handschriftenkunde. Tien codicologische studiën. Bijeengebracht, ingeleid en toegelicht. Zwolle 1962 (Zwolse reeks van taal- en letterkundige studies ii).
Op zoek naar de librije van Rooklooster in Het Boek 35, 1961-1962, p.134-173.
Voorts publiceerde prof. dr. P.J.H. Vermeeren onder meer artikelen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 1 oktober 1955 tot en met 2 maart 1972, De Tijd van 25 augustus 1955 tot en met 27 mei 1957 en Jahrbuch der Universität zu Köln van 1966 tot en met 1971. Van 1958 tot en met 1974 schreef hij talrijke boekbesprekingen voor Levende Talen en De Gids.
Een uitvoerige lijst van de publikaties van Vermeeren bevindt zich in de bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden.