Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1960
(1960)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 131]
| |||||||||||||
Rudolf Mengelberg
| |||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||
waarin Amsterdam uitgroeide tot de metropolis van het muziekleven en daartoe heeft Rudolf Mengelberg in wezenlijke mate bijgedragen. In 1925 benoemd tot artistiek leider, werd hij in 1935 algemeen directeur van het Concertgebouw, welke functie hij vervulde tot zij omstreeks 1954 tengevolge van de scheiding van gebouw en orkest haar betekenis voor hem verloor; geruisloos en teleurgesteld verdween hij uit het land dat zijn liefde gegolden had. Toch was het een wijze beschikking van het lot dat dit zo gewild heeft. Ik heb immers, vooral sinds mijn benoeming - in 1920 - tot gedelegeerd bestuurslid van het Concertgebouw, de activiteiten van Rudolf Mengelberg wel zeer van nabij kunnen gadeslaan. Kunstenaar en wereldburger, erudiet en grand- seigneur, heeft hij in de loop der jaren de luister van het Europese muziekleven als in een spiegel weten te vangen en aan het artistieke verkeer tussen de groten in het rijk der muziek inhoud en vorm weten te geven. Zo is het Concertgebouw, mede door zijn beleid, een brandpunt der muziekcultuur geworden. De ontwikkeling van het maatschappelijk leven heeft ook op dit beleid haar stempel gedrukt en met de reeds vermelde scheiding der bestanddelen heeft het Concertgebouw de 19e eeuw definitief uitgeluid; voor Rudolf Mengelberg, hoezeer ook geëerdGa naar voetnoot1, was in het nieuwe bestel geen plaats meer. Daarom vragen thans andere activiteiten de aandacht. In de eerste plaats kende Mengelberg de waarde van het zelf-musiceren. Hij was een goed pianist, die vooral in jongere jaren zeer intensief het pianospel en de kamermuziek beoefende. Met onverdeeld genoegen denk ik terug aan ons gemeenschappelijk musiceren tijdens onze studie in Leipzig en in zijn ouderlijk huis; vooral de werken van Schubert hadden in dit verband zijn bijzondere liefde. In deze liefde ligt ook de kiem van zijn compositorische arbeid besloten. De wereld van Schubert, diens vreugde, weemoed en welluidendheid waren de bronnen waaruit Rudolf Mengelberg als componist putte. Tevens heeft op die arbeid de machtige figuur van Mahler, wiens vurig pleitbezorger hij was en wiens muzikale verwantschap met Schubert hem reeds vroeg had aangetrokken, invloed geoefend. Op latere leeftijd, door leed gelouterd, heeft hij in de kracht van het geloof zijn hoogste inspiratie gevondenGa naar voetnoot2. | |||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||
Tenslotte leidde zijn aanleg en eruditie, leidden zijn persoonlijke contacten met de meest verschillende kunstenaars er vanzelf toe, zijn culturele belangstelling ook in woord en geschrift te uiten. Zijn toelichtingen tot de Concertgebouw-programma's, zijn Mahlerbiografie en het Mahler-feestboek dragen evenals zijn lezingen het kenmerk van zijn hechtgefundeerd vakmanschap; zijn cultuurhistorische geschriften zijn de belijdenis van de Rijnlander die, geconfronteerd met de tijdgeest, zijn conceptie van het geestelijke en politieke leven, zijn ideeën omtrent de individuele vrijheid en de menselijke samenleving, in Nederland verwezenlijkt vondGa naar voetnoot1. Sprak toen tot hem de vorst der dichters, eveneens uit het Rijnland gekomen, die temidden van een bewogen wereld zijn idylle van vrede en vrijheid schiep? Hoe dit zij, het is geen toeval dat een belangrijk koorwerk van MengelbergGa naar voetnoot2 getoonzet is op Vondels vers. Uiteraard zou het verleidelijk zijn de verschillende facetten van een zo veelzijdige persoonlijkheid - met name zijn creative arbeid - aan een nadere beschouwing te onderwerpen, maar dit valt buiten het bestek van het levensbericht. Eén facet echter mag niet onbesproken blijven, omdat dit inhaerent is aan het wezen van Rudolf Mengelberg: ik doel op zijn houding in de oorlogstijd. Na hetgeen zoeven in verband met zijn cultuurhistorische geschriften werd opgemerkt, is het niet verwonderlijk dat deze Rijnlander met zijn ingeboren verzet tegen het opdringende pangermanisme eerder en duidelijker dan velen van ons de gevaren van het Nazidom onderkende en signaleerde. Tijdig en bij voortduring heeft hij hiertegen gewaarschuwd en toen de barbarij ook over Nederland losbrak, heeft hij, op zijn eigen wijze, de strijd voortgezet en gedaan wat hij als zijn plicht tegenover zijn tweede vaderland beschouwde. Hij deed dit in de functie van directeur van het Concertgebouw, welke functie hij gedurende de oorlog is blijven vervullen. Het ligt voor de hand dat een beleid, onder zo moeilijke omstandigheden, in een zo verantwoordelijke en kwetsbare positie gevoerd, na de bevrijding op verschillende wijze beoordeeld is, maar in zijn uitspraak van 28 januari 1947 verklaart de Centrale Ereraad met nadruk, | |||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||
dat de pro-Nederlandse en anti-nationaalsocialistische gezindheid van Rudolf Mengelberg niet in twijfel kan worden getrokken. Het is mij, die de terreur van het Derde Rijk aan den lijve ervaren heeft, een behoefte bij deze gelegenheid en op deze plaats te getuigen van Mengelbergs hartstochtelijke verdediging der menselijke waardigheid en der menselijke beschaving, van zijn doelbewuste bestrijding der mentale besmetting en van de feitelijke en morele steun, die hij zijn joodse vrienden verleend heeft.
Zo en niet anders is de overweldigende deelneming aan de plechtigheid op Westerveld te verklaren en het is een troostrijke gedachte dat de menselijke eigenschappen van Rudolf Mengelberg duurzamer gebleken zijn dan de belangen ener kortstondige functie; velen, zijn kinderen in de eerste plaats, zullen hem hiervoor dank weten.
Paul Cronheim | |||||||||||||
Lijst van geschriften
| |||||||||||||
Lijst van compositiesOrkestmuziek
| |||||||||||||
Koor en Orkest
| |||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||
Zangstem en Orkest
| |||||||||||||
Declamatorium
| |||||||||||||
Vocale muziek
Lezingen over Mahler, Strauss en Mozart. |