Karel Leopold Bellon
(Oppuurs, 30 november 1891 - Nijmegen, 12 september 1957)
De Belg Karel Leopold Bellon heeft gedurende bijna dertig jaren aan een nederlandse universiteit, n.l. de Roomskatholieke van Nijmegen gedoceerd. Geboren op 30 november 1891 te Oppuurs, 25 kilometer ten zuiden van Antwerpen, groeide hij op in de daar inheemse nederlandse cultuur. Zijn middelbare schoolopleiding op het college van Boom was daarentegen geheel frans, zodat de jongeling aardrijkskunde, geschiedenis en zelfs de wiskunde uit franse leerboeken moest leren. De plattelandsjongen had daardoor eerst verscheidene moeilijkheden te overwinnen, maar doordat hij zich er met succes doorheen geworsteld heeft, bereikte hij in het frans een taalvaardigheid, die verschillende van zijn collega's hem hebben benijd.
Zijn filosofische en theologische studies maakte hij te Mechelen in de jaren 1908 tot 1914 in de aan de eerste wereldoorlog voorafgaande voorspoedige jaren. Midden in de strijd op 15 september 1915 werd hij priester gewijd, toen hij reeds bittere oorlogservaring had opgedaan, die hem later - met name in de tweede wereldoorlog - te stade zijn gekomen. Temidden van het nederlandse volk heeft hij toen de moeilijkheden van de bezetting doorstaan en heeft hij daarbij herhaaldelijk bewijzen van principiële opvatting en karakter getoond, zonder enigszins toe te geven aan al te vurige nationalistische stromingen, door enkele van zijn vlaamse medeburgers begunstigd. Had hij zich in Nijmegen en daarbuiten reeds tevoren vele vrienden gemaakt, door zijn houding tijdens de bezetting heeft hij aller achting gewonnen.
Tengevolge van de oorlog is zijn akademische loopbaan en de afsluiting daarvan niet helemaal gewoon verlopen. Hij heeft echter aan de universiteit van Leuven theologie gestudeerd en er de doctorsgraad in dat vak verkregen. Studie en onderwijs waren intussen voor hem weggelegd en hij heeft daaraan verder zijn leven gewijd. Hij begon als surveillant aan het klein seminarie te Mechelen en doceerde daar filosofie van 1920 tot 1928. Blijkens de publikaties van die jaren trokken theologische vragen van de dag of van algemene strekking zijn aandacht: de erfzonde, de Marialeer, de Bijbelcritiek, de persoon van de Verlosser; eerst na 1925 komen er godsdienst-filosofische en fenomenologische problemen aan de orde.
Benoemd als hoogleraar te Nijmegen in de theologische faculteit om