Hij hield de grote Boerhaave-herdenkingsrede (N.T.v.G. 1938, no. 40), later in het Duits vertaald in Memorali H. Boerhaave optimi medici, Haarlem, 1919. Zijn Boerhaave-studie was hiermee niet afgelopen, zo schreef hij nog: Boerhaave's karakter (N.T.v.G. 1948, 3, 4.).
Schoute had, zoals hij het zelf bescheiden uitdrukte ‘in het begin van zijn chirurgische loopbaan nogal geluk gehad’ en had daardoor spoedig een zeer goede praktijk gekregen. Toen hij zich financieel geheel onafhankelijk achtte, legde hij zijn praktijk neer en ging te Wassenaar wonen, later te Soest.
Hij begreep, dat één der belangrijkste vraagstukken uit de geschiedenis der geneeskunde was: de invloed der westerse wetenschap op die van het oosten. Hij verdiepte zich geheel in dit probleem en het resultaat was een drietal lijvige boeken:
1) De geneeskunde in dienst der O.-Ind. Compagnie in Nederlandsch Indië, Amsterdam 1929;
2) De Geneeskunde in Nederlandsch-Indië gedurende de 18de eeuw, Batavia 1936;
3) Occidental therapeutics in the Netherlands East Indies during three centuries of Netherlands settlement, Batavia 1937.
Geen moeite was hem teveel om het materiaal bijeen te brengen en het staat me nog levendig voor de geest met welk een trots en enthousiasme hij mij in 1931 te Batavia een aantal bescheiden liet zien, die hij daar in de archieven had ontdekt. Hij had toen voor een aantal maanden domicilie gekozen te Batavia, omdat de in Nederland aanwezige archieven hem te weinig boden!
Talloze scheepsjournalen moest hij doorwerken om de gegevens te verkrijgen en zijn doorzettingsvermogen en geduld waren enorm. Hij beschreef ook het Scheepschirurgijnsjournaal van een slavenschip der Middelburgsche Commercie-compagnie (N.T.v.G. 1948, 92, no. 45).
De band met Middelburg verloor hij nooit geheel, zoals niet alleen uit het laatstgenoemde artikel blijkt, maar tevens uit zijn: ‘Uit het jongste verÄ«eden der geneeskunde binnen de Middelburgsche samenleving (Arch. Zeeuws Gen. 1941-1942).
Niet alleen in geschrifte gaf hij de resultaten van zijn onderzoekingen, vaak deed hij dit met het woord, en het was altijd een genot naar zijn uitstekend gebouwde voordrachten te luisteren. In het debat was hij een geducht tegenstander: hij wist zijn argumenten uitmuntend te kiezen en