Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1950-1951
(1950-1951)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 212]
| |
Jan Arend vor der Hake
| |
[pagina 213]
| |
Op zijn vijf en zestigste verjaardag bood men Vor der Hake een bibliografie van zijn geschriften aan. Daarbij werd tevens een bloemlezing uit zijn werk afgedruktGa naar voetnoot1. Acht en dertig dicht bedrukte bladzijden leggen getuigenis af van zijn arbeidzaamheid als schrijver van artikelen en boeken. Zijn stijl is altijd keurig en eenvoudig, zijn toon op de man af of causerend. Zijn dissertatie over De aanspreekvormen in het Nederlandsch bleef bij een eerste deel: De Middeleeuwen (Utrecht, S. den Boer, 1908. IX, 240 blz.). Doch ook in deze vorm werd ze spoedig bekend om haar degelijke nauwgezetheid. In de strijd voor de vereenvoudiging der spelling stond hij aan de zijde der vereenvoudigers. Ook daarvan legde hij, reeds in 1912, in geschrifte getuigenis af (De tegenwoordige stand van de spellingkwestie. Baarn, Hollandia-drukkerij, 1912. 20 blz.). Dat hij zijn studievak trouw blijft, blijkt ons o.a. uit de Proeven van zestiende eeuws Oosters Nederlands (Groningen, J.B. Wolters. 32 blz.), die hij nog in 1919 uitgeeft. Daarnaast treffen ons zeer talrijke uitgaven op het terrein van de bibliothecaris en zijn vak, maar de grote meerderheid zijner publicaties ligt op paedagogisch terrein. Ik noem er slechts drie: Wij, onze kinderen en de school (Baarn, Hollandia-drukkerij, 1928. 72 blz.), een drietal voordrachten; Fouten van kinderen, van leraren, van ouders, met betrekking tot de school (Amsterdam, H.J. Paris. 1931, 60 blz.; 2e dr. 1934); Rondom het schoolleven van onze dagen (t.z.p. 1934, 53 blz.). Drie brochures uitmuntende door heldere gedachtengang, direktheid van toon en rake stilering. De zojuist genoemde Bibliographie kon nog geen melding maken van de bundel Hoogtij. Vijf toespraken (Amst., H.J. Paris 1948, 55 blz.). En minst van al kon zij zijn grootste pennevrucht vermelden: zijn talloze, door ieder warm begeerde brieven. Zo de kunst van het briefschrijven sterk geleden heeft sedert makkelijker direkt kontakt verkregen werd dank zij betere middelen van verkeer en telefoon en sedert het leven haastiger geworden is, bij Jan Arend Vor der Hake vindt men ze nog in volle fleur en rijkdom. Een schat van wijsheid in een vorm die ernst en humor verbindt, een schat van hartelijkheid en oprechte genegenheid, oprechtheid ook in verontwaardiging, een schat van vroomheid en | |
[pagina 214]
| |
stichting is er in die brieven, verspreid over de wereld, opgetast. De brieven zelf, altijd op het juiste ogenblik, zijn toonbeeld van zijn grote trouw. Hoe heeft hij zijn Bijbel gekend en liefgehad, hoe dierbaar is hem de Nederlandse taal geweest, hoe diep verbonden was hij met alle mensen.
Een enkel woord willen wij wijden aan de van Dr. Vor der Hake bestaande afbeeldingen. Er bestaat een bronzen portret-buste door de beeldhouwer Frank de Miranda omstreeks 1941 gemaakt. Hiervan bestaat één exemplaar in gips, hetgeen in mijn bezit is. Het bronzen exemplaar is eigendom van Mevrouw de Weduwe C.L. Vor der Hake-Planten te Zeist. Eveneens in haar bezit is een portret, getekend door de kunstschilder G. Boon, Bilthoven, en een getekend portret door J.H. van Winkoop. Van deze laatste kunstenaar is een geschilderd portret aanwezig in de rectorskamer van het Baarns Lyceum. Eveneens ten huize van de Weduwe bevindt zich een portret, getekend door de kunstschilder Adamse ter gelegenheid van Vor der Hake's vijftigste verjaardag. Er bestaan vele foto's van uiteraard uiteenlopende kwaliteit. Als zeer goed wordt algemeen de foto beschouwd, opgenomen in de bovengenoemde bibliografie van zijn werken.
M.J. Langeveld |
|