Verbetering op het Levensbericht van Antonius Johannes Lievegoed
(Jaarboek 1946-1947, blz. 89-90)
Steunend op de hoger-onderwijswet, waardoor het mogelijk is bij ziekte van een hoogleraar iemand voor de duur van één cursus te belasten met het houden van wetenschappelijke voorlezingen, wilde het Leids Universiteitsfonds opdracht tot onderwijs in de dagbladwetenschap geven. Dit stelsel werd verworpen door het bestuur van de Nederlandse Journalistenkring en door zijn candidaat, W.N. van der Hout, stichter van het Internationaal Pers-Museum te 's-Gravenhage, die voor de duur van de voorlezingen onafhankelijk wilden zijn van het Universiteitsfonds. Na lang zoeken vond dit Lievegoed bereid die post te aanvaarden zonder dat hij van deze bepaling omtrent zijn functie afwist. Bij toeval kreeg hij dus dit ambt, waarna op initiatief van prof. Kernkamp de Utrechtse Universiteit Van der Hout toeliet als privaat-docent in de publiciteitsleer. Toen in 1939 het Leids Universiteitsfonds besloot zijn post niet meer te handhaven, diende Lievegoed zijn ontslag in, om te voorkomen dat hij feitelijk aan de dijk gezet zou worden.
J. Steur