zijn importzaak te verwaarloozen, die hij met hart en ziel bleef toegedaan, wijdde hij zich met groote liefde aan de uitgeverij. Gewend zeer vroeg op te staan las hij 's morgens, vóór zich naar kantoor te begeven, rustig op zijn balcon of in zijn kamer gezeten, de manuscripten waarvan men hem de uitgave wilde toevertrouwen, en hij genoot van de plannen die daar in de vroege morgenuren vasten vorm gingen aannemen. In 1908 zette hij de Nederlandsche Historische Bibliotheek op, onder redactie van zijn vriend Prof. Dr. H. Brugmans. Het waren voor dien tijd vrij prijzige boeken, van flink formaat, goed gedrukt, met verantwoorden tekst, en met zorg gekozen illustraties. Er zijn 22 deelen in verschenen, waaronder Blok's Willem de Zwijger, Brugmans' Geschiedenis van Amsterdam, Japikse over Johan de Witt, Colenbrander's serie over den Franschen tijd tot Koning Willem II.
Een andere vaderlandsche daad was het uitgeven van buitenlandsche klassieke en moderne schrijvers, in welverzorgde, aantrekkelijke uitgaven voor het onderwijs, waardoor Nederlandsche leerlingen niet langer op de buitenlandsche uitgaven waren aangewezen. Zoo verschenen eenige honderden deeltjes, deskundig ingeleid, die thans op de meeste inrichtingen van M.O. en U.L.O. worden gebruikt.
Van Arthur van Schendel, den Prins van onze prozaschrijvers, heeft hij het werk grootendeels uitgegeven, tot zijn fonds behooren verder Jo van Ammers-Kuller, Marie van Zeggelen, Anna van Gogh-Kaulbach, en in het bijzonder ook vertalingen van de groote buitenlandsche schrijvers, zooals Strindberg, Björnson, Undset, Oterdahl, Dostojewski, Toergenjew, Wilde, Maeterlinck.
Zijn laatste belangrijke uitgaaf was Prof. Dr. W. Martin's groote tweedeelige werk: De Nederlandsche Schilderkunst in de 17e eeuw, waarvan onlangs zelfs een tweede druk is verschenen. Voor den tekst en de keuze van de illustraties staat de naam van den schrijver borg, de uitvoering is echter het werk van den uitgever, en die is hier zoo volmaakt mogelijk. Het had reeds dadelijk een groot, welverdiend succes. Een waardig slot van een waardige uitgeversloopbaan!
Dezelfde man, die zoo'n flair had voor letteren en kunst, en daarbij een goed koopman was, was tevens een expert in het beoordeelen van kinderboeken. Een zeldzaamheid! Zijn reeksen zijn allerwege bekend, er zullen in ons land weinig boekenbezittende kinderen zijn die er niet minstens één van Meulenhoff bij hebben. En wat niet algemeen bekend is, hij heeft voor zijn kinderen zelf een paar boekjes samengesteld, en