schrift für Volkskunde, Neue Folge Band IV, Heft 1, 1933) bevatte zijn levenswerk niet minder dan 1298 nummers, en in de kleine vijf jaren, die hem nog gegeven waren, werd dat aantal nog aanzienlijk grooter: één boek, 15 tijdschriftartikelen en 70 boekbesprekingen kwamen er nog bij.
Zijn vrienden in Duitschland en over de grenzen hadden het plan, hem voor zijn tachtigsten verjaardag een feestbundel aan te bieden, maar hij zou dezen eervollen dag niet meer beleven: de feestbundel is een gedenkschrift geworden.
Hoe kon een man, die lichamelijk niet zooveel weerstand had, zulk een arbeid voortbrengen? Hoe kwam hij aan zijn algemeene kennis, die hem aan de universiteit den eervollen bijnaam van ‘Doktor Alwetend’ verschafte? Het was zijn onvermoeibare vlijt, waarmee hij zich op zijn veelzijdigen arbeid toelegde. Dag aan dag, jaar in, jaar uit, kon men hem in de leeszaal van de bibliotheek zien zitten, waar hij bladzijde na bladzijde van zijn boeken met verzamelde aanteekeningen vulde. In de vacanties reisde hij naar alle bibliotheken van Midden-Europa, en het is niet teveel gezegd, dat hij van alle bibliotheken van Parijs tot St Petersburg, van Stockholm tot Rome, de schatten grondig heeft doorzocht, zooals ook de overgroote hoeveelheid handschriften in zijn nalatenschap en van de excerpten bewijst.
Misschien is het hier van belang als ik, zij het slechts van de Nederlandsche en Vlaamsche geleerden, de namen vermeld, waarvan ik in de nalatenschap een dikwijls aanzienlijke hoeveelheid brieven heb gevonden. Maar de nalatenschap is zoo groot, dat de lijst in het geheel niet volledig is. Bolte correspondeerde onder andere met: Alfons de Cock, L.M. van Dis, Florimond van Duyse, W.A. Enschedé, C.C. van de Graft, G. Kalff, A.C. Loffelt, H. Logemann, Victor de Meyere, Pol de Mont, J.W. Muller, Alphonse Roersch, F.A. Stoett, W.A. van der Vet, C.G.N. de Vooys, Willem de Vreese, Jan de Vries, J.A. Worp.
Na nauwgezette en grondige voorbereiding ondernam hij zijn reizen naar bibliotheken. Van de catalogi van buitenlandsche bibliotheken, die de staatsbibliotheek in Berlijn bezit, maakte Bolte voor hij de reis begon uitvoerige uittreksels, schreef zijn eigen wenschen op en schreef ter plaatse zijn wetenschappelijke resultaten op. Boeken en handschriften, die langeren tijd in beslag zouden nemen, liet hij later naar Berlijn komen.
Uit zijn aanteekeningen kan men zich zijn reizen reconstrueeren. Nederland en Vlaanderen bezocht hij verscheidene malen: 1885 werkte hij in de bibliotheken van Utrecht, Amsterdam, Leiden, 's-Gravenhage, Antwerpen, Brussel, Gent, Leuven en Luik. In 1890 bleef hij langen tijd