Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1914

[p. 152]

Levensbericht van J.R. Planten.

Jan Rutger Planten, geboren te Amsterdam, 30 November 1835, kwam als jongen van negen jaar in Amerika, waar zijn vader, Hermannes Planten, de firma H. Planten & Son stichtte en ‘The first Manufacturer in America’ werd ‘of Gelatine Capsules Business’.

De fabriek heeft Jan Rutger voortgezet, maar in 1908 trok hij zich uit de zaken terug. Oorspronkelijk gevestigd te New-York, wordt die fabriek thans door zijn oudsten zoon te Brooklijn-N.Y. gedreven; zij legde den grond voor zijn fortuin.

De Heer Planten is gehuwd geweest met Mejuffrouw A. Rolff van Amsterdam, uit welk huwelijk geboren zijn een dochter en twee zoons. Op letterkundig gebied maakte hij zich verdienstelijk door jaarlijksche schenkingen van boekwerken aan bibliotheken en universiteiten zoowel hier te lande als in het land zijner vestiging. Hij was zeer weldadig, hetgeen blijkt uit het feit dat hij lid of begunstiger was van ongeveer honderd weldadigheidsvereenigingen te N.Y., aan sommige waarvan hij jaarlijks groote bedragen schonk.

Hij werd 4 Maart 1874 door den consul-generaal te New-York benoemd tot vice-consul aldaar, terwijl hij bij

[p. 153]

Koninklijk Besluit van 29 September 1883 benoemd is tot consul-generaal te New-York. Hij was: Officier in de Orde van Oranje-Nassau (1893), Commandeur in die Orde (1903), Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw (1908), Officier in de Orde van de Eikenkroon van Luxemburg en de Orde van Bolivar van Venezuela; lid van tal van maatschappijen en genootschappen zoowel in ons land als in Amerika, daaronder van onze Maatschappij.

Hij stierf als burger der Vereenigde Staten van Amerika te Brooklijn, op 8 December 1912.

H.J. Kiewiet de Jonge.