| |
| |
| |
Levensberichten der afgestorven medeleden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden
Bijlage tot de Handelingen van 1909-1910 Boekhandel en drukkerij voorheen E.J. Brill Leiden - 1910
| |
| |
Levensbericht van P.N. Muller.
Met verwijzing naar mijne levens- en karakterschets van Pieter Nicolaas Muller - afzonderlijk verschenen bij P.N. van Kampen en Zoon te Amsterdam - meen ik voor ‘Letterkunde’ met een kort overzicht te kunnen volstaan. Dit zal echter worden vermeerderd met de opgaaf van ongeveer alles wat hij geschreven heeft. Daardoor eerst vormt mijn reeds verschenen boekske met dit levensbericht één geheel.
Als jongste zoon van het achttal kinderen - vier zonen en vier dochters - van Dr. Samuel Muller en mevrouw de weduwe F.G. Loder-Mabé, werd hij te Amsterdam geboren 23 Sept. 1821 en overleed aldaar op 87-jarigen leeftijd, 23 September 1908.
Veertien jaar oud werd hij jongste bediende op het handelskantoor van den heer W. Vissering, 1835, daarna op dat van de firma S. en P. de Clercq. Van '41-'44 vond hij een uitnemende leerschool voor zijne ontwikkeling op handelsgebied bij de firma Hintz en Comp. te Londen. De Spaansche taal had hij geleerd van Dr. H. Pol, leeraar aan het gymnasium en van den heer Garcia, geboren Spanjaard, en het Italiaansch van il Signor Biancardi, licencié en droits te Amsterdam.
| |
| |
In 1850 vestigde hij zich als koopman in onze hoofdstad en liquideerde zijne zaken 31 Dec. 1895.
In verschillende betrekkingen is hij werkzaam geweest; aan hem hebben eenige nuttige instellingen haar ontstaan te danken gehad. Hij was secretaris van het Zeemanshuis, 1854 - medeoprichter van de Vrijdagsche vereeniging en van Handel en nijverheid (debating-club), medeoprichter van Handwerksnijverheid, later overgegaan in de Maatschappij van Nijverheid; medeoprichter van het Leeskabinet 't Vosje op het Rokin; lid van het Hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, 1857 - lid van het Bestuur van het Staatkundig en Staathuishoudkundig jaarboekje, 1857. Hij werd tot candidaat voor de Tweede Kamer gesteld, maar bedankte, 1858 - was directeur der Credietvereeniging, 1863 - lid van het Bestuur der Kanaalmaatschappij, 1865 - lid van den gemeenteraad, 1864-75 en lid der Provinciale Staten van Noord-Holland, 1868 - medeoprichter en commissaris der Kasvereeniging, 1858 - lid der Rijkscommissie voor het Internationaal Congres voor Statistiek, 1868 - lid van het Bestuur van het Vondelpark, 1874 - lid der Rijkscommissie der Tentoonstelling van Nederlandsche kunst en nijverheid, 1877 - president der Vereeniging Suriname, 1877 - lid der Rijkscommissie voor de internationale Tentoonstelling te Melbourne, 1879, - medeoprichter en commissaris der Koloniale Bank, 1881, - medeoprichter van den West-Indischen maildienst 1882. Hij werd tot lid der Eerste Kamer gekozen, maar bedankte, 1882, en kreeg de benoeming tot president-commissaris van het Rijksentrepôtdok, 1884, en werd medeoprichter der Handelsvereeniging Curaçao en commissaris der Surinaamsche Bank, 1889.
In 1901 werd hij door de Regeering tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd.
| |
| |
Het Provinciaal Utrechtsch Genootschap koos hem in '56 tot lid en de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde nam hem in '59 onder hare leden op.
Mullers zelfstandig optreden als koopman in zijne vaderstad viel samen met dien merkwaardigen omkeer op het gebied van handel, scheepvaart en nijverheid, welke van het eind der eerste helft van de negentiende eeuw dagteekende (1849). Hij had de dertig nog niet bereikt, maar zijn scherpen blik was het geenszins ontgaan, hoe met het jaar '50 een oude orde van zaken afgesloten was en een nieuwe zich geopend had op het terrein van den voortbrengenden arbeid en in de wijze van uitoefening der verschillende bedrijven. ‘De toepassing van het stelsel van vrijheid van verkeer: dat was - schreef Muller - de talisman, waarmede wij de verborgenste schatten weten te ontdekken, omdat wij niet langer afhankelijk zijn van de gunsten eens grilligen weldoeners, die ons heden de eereplaats aan zijn disch aanwijst, om ons morgen als een bedelaar uit te stooten, en omdat nu alleen in eigen arbeid en in eigen kennis en in eigen ondernemingsgeest de middelen moeten gezocht worden, die ons tot welvaart kunnen leiden.’ Het stelsel van bescherming - tegenover vrijhandel - vond dan ook in hem een even onvermoeiden als hartgrondigen bestrijder.
Behalve op het gebied van handel, scheepvaart en nijverheid heeft hij met zijne altijd vaardige pen tal van opstellen geschreven op dat van Staathuishoudkunde. Hij was een der bekwaamste en ijverigste medewerkers aan het tijdschrift ‘De Economist’ (1854-70), door Mr. J.L. de Bruyn Kops gesticht (1852) en ‘De Volksvlijt’, onder redactie van prof. S. Bleekrode, Mr. J.A. van Eyk, Dr. S. Sarphati en Dr. W.C.H. Staring. Van 1854 tot 1880 was hij lid der redactie van ‘De Gids’ en bleef
| |
| |
daarna nog medewerker tot 1889. Met zijn vriend en mederedacteur Joh. C. Zimmerman behoorde hij tot de intimi van E.J. Potgieter. In dit tijdschrift zijn behalve zijne handelsstudiën vele opstellen op het gebied van vreemde en eigen letteren verschenen. Bovendien schreef hij een paar honderd boekbeoordeelingen.
Evenals de geniale Potgieter zijn leven lang in dicht en ondicht heeft geijverd voor de herleving onzer letteren uit de gouden eeuw, was de talentvolle Muller een wel sprekend pleitbezorger voor de energie onzer vaderen voor handel en scheepvaart uit ditzelfde tijdperk.
Met onbezweken moed heeft hij gestreden voor den vooruitgang en den bloei zijner vaderstad. ‘Amsterdam - schreef hij - moet niet in naam, maar in waarheid op handelsgebied de eerste zijn onder de steden des lands. Van haar ga een bezielende kracht uit. Zij strekke tot voorbeeld. Zij toone het, dat arbeid en kennis hechter grondslagen zijn van nationale grootheid en welvaart dan tijdelijke winsten even snel gewonnen als geronnen.’
Bij zulke oprecht gemeende wenschen moest het een man als Muller wel somber stemmen te zien, hoe in Amsterdam als de grootste havenstad van ons land, de groote handelshuizen niet toenamen. Bij een vergelijking met onze gouden eeuw mocht hij vragen: ‘Rust het oog gestadig op die aloude historische namen van hen, die ons Vaderland in die jaren tot den eersten handesstaat der wereld hebben opgevoerd? Ach, hoe schaars treft men hunne namen op de lijst onzer handelshuizen aan! Niet in den handel worden hunne namen meer gevonden en zij verkonden niet meer aan vreemde volken, dat Nederland, hoe klein in grondgebied, groot en machtig is door zijne wakkere ingezetenen, die nog van 't zelfde metaal zijn als hunne eens de zee beheerschende voorvaderen.’
| |
| |
In gelijken geest ijverde hij voor den bloei onzer Koloniën in Oost en West.
Mullers laatste twee uitvoerige opstellen geschreven voor het Amsterdamsch jaarboekje voor Geschiedenis en Letteren - 1890 en 1901 - hadden tot onderwerp: ‘Amsterdam-wereldstad’ en ‘o Amsterdam, gij groote stad.’
Geen waardiger hulde is aan dezen onvermoeiden strijder voor de belangen van zijne vaderstad, zijn vaderland en zijne koloniale bezittingen reeds bij zijn leven bewezen dan in hetgeen een van Amstels coryfeën op handelsgebied schreef, den 21sten October 1889:
‘De toekomstige schrijver van de geschiedenis van den handel van Nederland in onze eeuw zal, als hij zijn werk goed doet, rekening moeten houden met den naam van Muller. Als hij Darwiniaan is, zal hij er bij voegen: Vreemd genoeg was het niet een geslacht van kooplieden, waarin de handelsgeest van voorvader op ouder was overgeplant, maar stamde het af van een geleerde en nog wel een godgeleerde, den hoogleeraar S. Muller van de vereenigde Amsterdamsche Doopsgezinde gemeente. Slechts in dit opzicht was het stempel van hun oorsprong op hen afgedrukt: zij gevoelden zich even behagelijk op hun studeervertrek als op de beurs.’
Als schrijver onderteekende hij zijne stukken meestal met zijn vollen naam, ook met P.N.M. - M. - drie kruisjes of Ex-armverzorger. Sommige zijn ongeteekend. Het is mij niet gelukt van alle bijdragen op te sporen waar en wanneer zij geplaatst zijn. Een vraagteeken tusschen haakjes wijst die onzekerheid aan.
Alle mij bekende schriften zijn zooveel mogelijk naar tijdsorde gerangschikt. Met hoofdletters zijn de tijdschriften en een enkel dagblad aangewezen:
| |
| |
E | voor de Economist en Bijblad van den Economist. |
V | voor de Volksvlijt. |
VB | voor het Volksblad (door den Vriend van Armen en Rijken). |
G | voor de Gids. Hoofdartikelen. |
GB | voor de Gids. Boekbeoordeelingen. |
N | voor Nutsalmanak. |
en H | voor het Algemeen Handelsblad. |
| 1851 | Corntrade in Holland. The Economist, 9 Sept. - Imports of corn from Holland. |
E | 1853 | Iets over de broodzetting. - Nederlands handel en scheepvaart. - Duurte van levensmiddelen (het laatstgenoemde, bl. 342, wordt in de inhoudsopgave gemist). |
| 1854 | Nieuwe Rotterdamsche Courant, 25 Sept. Daarin teekende Muller protest aan tegen de combinatie der vier groote makelaarskantoren in de koffie-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij [niet vermeld in mijne Levens- en karakterschets]. |
E | 1854 | Handelsopvoeding. - Scheepvaart-vrachten in Noord Amerika. |
V | 1854 | Eene waarschuwende stem uit Californië. - De handel op Rusland in het tegenwoordig Tijdsgewricht. - De vestiging eener katoenmarkt in Nederland door de Nederlandsche Handelmaatschappij. - Eene bemoedigende stem uit Australië. - Uitvoer van granen van Californië. - Gebrek aan middelen van bestaan in Nederland. |
G | 1855 | Iets over de graankwestie in Nederland. - De Zondsche tol. - Bijbelsche Staathuishoudkunde en de Accijnskwestie. |
VB | 1855 | De matigheids-apostel Vader Mathew (No 45). |
H | 1855 | 26 Jan. Russophilie. - 19 en 25 Sept. Plaatselijke accijns. Gemaal. Amsterdam. |
E | 1856 | Een dringend woord over levensmiddelen. |
V | 1856 | Graanprijzen en graanuitvoeren van den Donau. - Concurrentie. |
G | 1856 | Moderne Alchymie. - Felix Meritis.-Het vrijhandel-congres te Brussel 22, 23, 24 en 25 September 1856. I en II. |
VB | 1856 | Overdreven klagers (7 Nov.). |
| 1856 | ‘Zeemanshuizen’ in Nederland en de Nederlanders in de XIXde eeuw, geschetst in de werken van verdienstelijke mannen en in beschrijvingen der voornaamste gebouwen en gedenkteekenen. Amsterdam, P.N. van Kampen. |
| [na '56?] | Het Zeemanshuis te Amsterdam en te Rotterdam. Amsterdam, W.H. Kirberger. |
| |
| |
| 1856 | De vrije vaart door den Sond (verkort naar zijn opstel in de Gids van 1855) in ‘Verhandelingen en Berichten betreffende het zeewezen en de zeevaartkunde enz.’ |
| 1856 | De verteringen van weelde en het loon van arbeid. Uit het Hoogduitsch vertaald door P.N. Muller. Amsterdam. J.H. Gebhard & Co. |
H | 1856 | Aanmerking Tweede Kamer, 19 Dec. |
| 1856 | Douanen congres te Brussel. (Enschedésche Courant, 20 Aug.) - Lage loonen bij duurte van levensmiddelen. Idem. |
E | 1857 | De crediet-vereeniging te Amsterdam. |
V | 1857 | Losse gedachten over vrijheid van verkeer. |
G | 1857 | Volkslectuur - Losse reisschetsen I en II. |
| 1857 | Handelscrisis. (Enschedésche Courant.) |
N | 1857 | Een voermanspraatje. Losse blaadjes No 34. |
| 1857 | De Java Koffij-veilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij beschouwd door een koopman. Amsterdam, Gebroeders Kraay. |
[Door een vergissing werd het door mij geschrevene over deze belangrijke brochure niet in mijne ‘Levensschets’ opgenomen. Voor den belangstellenden lezer herinner ik daarom te dezer plaatse dat Muller zich geroepen achtte de handelwijze der Regeering te veroordeelen. Deze had, nadat de eerste veiling te Rotterdam (31 Aug.) gehouden was, van de volgende te Amsterdam (3 Sept.) de helft opgehouden, omdat men aldaar weigerde de geheele aangeboden hoeveelheid in de verhouding der Rotterdamsche prijzen te betalen, terwijl de derde veiling, te Middelburg (8 Sept.), geheel werd ingetrokken. Korten tijd daarna verklaarde de N.H.M., dat zij al het opgehoudene en bloc tot de opgehoudene prijzen en het te Middelburg niet geveilde in die verhouding wilde verkoopen of wel partijen van 100,000 balen met 1/2 cent en kleinere partijen met 1 cent verhooging.
Muller laakte beide handelwijzen als noodlottig voor den handel. Daaruit toch ontstond eene onzekerheid in den koffiehandel, welke de eigenlijke marktwaarde van het artikel te noemen was. Daardoor ontstond een geheele stremming in den koffiehandel, nu niemand met juistheid bepalen kon tot welken prijs hij koopen of verkoopen moest, zonder dat kooper of verkooper benadeeld werden. En die onzekerheid was nog te grooter, omdat nu een aanzienlijke hoeveelheid koffie, waarvan de verkoop in de veiling door een ieder als zeker ondersteld werd, onverkocht gebleven was].
E | 1858 | Handelsstudiën I-IV. - De Handelsschool te Amsterdam. - Nog iets over handelsscholen. - Klachten van Engelsche reeders. - De Credietvereeniging te Amsterdam (Bijblad). |
V | 1858 | Klachten der scheepstimmerlieden (8 Dec.). |
G | 1858 | De handelscrisis van 1857. |
E | 1859 | De Credietvereeniging te Amsterdam. |
| |
| |
V | 1859 | Engelsche scheepsreeders en het stelsel van reciprociteit. |
G | 1859 | Spoorwegen. |
H | 1859 | 26 Jan., 5 Febr. en 19 Febr. Openstelling O.I. havens. - 8 Maart. Java-Koffie-veilingen Nederlandsche Handelmaatschappij. - 19 Maart. De waterweg van Amsterdam en Rotterdam. - 17 Mei. De verwerping van het Tarief door de Eerste Kamer. - 15 Juni. Industrieschool in Twenthe. - 6 Juli. De Eerste Kamer en het Tarief. - 13 Oct. Handelsutopie. - 22 Oct. De Kamper-courant en het Amsterdamsche Spoorwegcomité. |
| 1859 | Nederland-Fondsenland. (Enschedésche Courant, 1 Juni 1859.) |
E | 1860 | De Credietvereeniging te Amsterdam. |
V | 1860 | Handelsstatistiek over 1858. |
N | 1860 | De gierigaard beter burger dan de man van weelde. |
G | 1860 | De city van Londen. Eene handelsschets I en II. - Help u zelven. - Eene verdediging van Neêrlands handelspolitiek. Met naschrift. |
H | 1860 | 31 Jan. en 1 Febr. Frankrijk en Handelsvrijheid. - 23 Febr. Tariefsherziening. - 13 Maart, 25 Oct. en 7 Nov. Koffieveilingen der Nederl. Handelmaatschappij. |
| 1860 | Muntkwestie, 17, 24 Oct. (Enschedésche Courant.) |
| [?] | Handelsonderwijs. |
E | 1861 | Handelsoverzichten (in het Bijblad). - Armbezoek. - Bescherming. - De Credietvereeniging (Bijblad). |
G | 1861 | Nijverheidstentoonstellingen. |
H | 1861 | 12 en 13 Dec. De doorgraving van Holland op zijn smalst. |
E | 1862 | Handelsoverzicht. |
| 1862 | Katoen. |
H | [?] | Doorgraving van Holland op zijn smalst. Plan Huet. |
| [?] | Nieuwe Belastingwet. |
G | 1863 | Een handelsroman (Kimball, Undercurrents). |
H | 1863 | Koffieveilingen. |
E | 1864 | Brief over de Nederlandsche bank. - Handelsoverzicht. |
G | 1864 | De haven van Londen. - Whittington en zijn kat. - Een handelsverslag. - Beter onderwijs. - Speculatie. |
H | 1864 | Het nieuwe Parkplan. - Vergrooting van Amsterdam. 23 Jan. |
E | 1865 | Een goed begin. |
| 1865 | Australië (Staatkundig en Staathuishoudkundig jaarboekje). |
V | 1865 | Banken en Bankiers, I en II (naar aanleiding van Frederik Martins Stories of Banks and Bankers). |
G | 1865 | Richard Cobden. - Een nieuwe stad. |
| 1865 | Wat moeten wij worden? - (Bato). |
[?] | 1865 | Middelbaar onderwijs. |
E | 1866 | Richard Cobden. - Handelskroniek. |
G | 1866 | Een Engelschman onder de roovers. - Een industriëel feest. - Londens straatgewoel. |
| |
| |
E | 1867 | Historische handelsgalerij. |
G | 1867 | Margaret's leed. - Nieuw Amerika I en II. - Fernan Caballero. |
E | 1868 | Handelskroniek. |
G | 1868 | Franz Michael Felder. - Geestelijke huwelijken I en II. |
E | 1869 | Handelskroniek. - Het postzegelstelsel toegepast op de Spoorwegen. |
G | 1869 | Nieuwe lectuur. E. Marlitt, Goldelse. Das Geheimniss der alten Mamsell. |
| 1870 | Florence van 1200 tot 1345. Eene handelsstudie I en II. |
VB | 1870 | Nog een enkel woord over Stuivers-arbeiderstreinen. - Nog iets over een uniform spoorwegtarief (No 22). - De emancipatie der vrouwen. |
V | 1870 | De brandweer te Londen, 1833-'65. |
| 1870 | Een vergeten vriend herdacht. - Daniël de Foe, 1661-1731. (Bato). |
G | 1872 | De gouden fontein. - Chambers. |
G | 1874 | Een handelsverslag. - Eene handelsgeschiedenis. |
[?] | 1874 | Vondelspark 1874(?). - Ons tarief van invoerrechten (Staatkundig en Staathuishoudkundig Jaarboekje). |
G | 1875 | Joseph Arch. |
G | 1876 | De Scheepvaart-enquête. |
[?] | 1876 | Een beroep op den burgemeester. 27 Juni. |
E | 1876 | Handelsfeiten. |
G | 1877 | Amsterdam I en II. - De toekomst van IJmuiden. - Het eeuwfeest der Maatschappij van Nijverheid. - Españolismo of Spanje bovenal. I en II. |
G | 1878 | Salvatore Farina. - Een handelsverslag. |
G | 1879 | Gloria. - Klein. - Verre handelsvrienden. |
G | 1881 | Naar de Merwede? - Onze Oost-Indiëvaarders. |
G | 1883 | In- en uitwendige grootheid. - In memoriam. M.E.F. Elout van Soeterwoude. |
E | 1883 | Burgemeester den Tex. - Twee handelsverslagen. - Kamers van Koophandel te Rotterdam en Enschedé. - De laatste woorden van Thomas Carlyle. |
[?] | 1883 | Demping Voorburgwal. 17 Febr. |
| 1883 | Sprokkelingen op Britsch terrein. - Onze grootste Steden. - Ministeriëele levensduur. (Staatkundig en Staathuishoudkundig Jaarboekje). |
E | 1884 | Bremen als vrijhaven. |
| 1884 | Verfraaiing der stad? 10 Sept. (De Amsterdammer). Een klaverblad van gevaren. 23 Sept. |
G | 1885 | Verre vrienden. - Een nieuw Koloniaal tijdschrift. |
| 1885 | Ernstige tijden. (De Amsterdammer 9 Juni). - Onze ambachtslui. (Amsterd. Dagblad Bijvoegsel 14 Aug.) |
| 1885 | Een Lands- geen Stadsbelang. (Het Nieuws van den dag 21 Dec.) |
| |
| |
E | 1886 | Een handelsverslag. Kamer van Koophandel te Rotterdam. |
G | 1886 | Koloniaal gevaar. - Potgieter ter beurze. |
| 1886 | Ondoordachte plannen (‘De Amsterdammer’ 14 Jan., 15 Jan., 16 Aug. |
G | 1887 | Mr. J.L. de Bruyn Kops. |
G | 1888 | Onze Consuls. - C.T. Stork. |
| 1888 | Mr. S. Vissering (De Amsterdammer. Weekblad voor Nederland. 26 Aug.) |
E | 1889 | Een belangrijk boek voor onzen landbouw. Mr. N.P. van den Berg: De graanhandel in Britsch-Indië. - Visserings laatste boek. |
G | 1889 | Anglomanie. |
| 1889 | Het nut der dubbele Ceel. (Themis. Rechtsgeleerd Tijdschrift). |
| 1890 | ‘o Amsterdam, gij groote Stad’ enz. (Amsterdamsch Jaarboekje voor Geschiedenis en Letteren). |
[?] | 1891 | Suriname, 24 Dec. |
| 1896 | Begeerlijke cijfers. (De Amsterdammer. 5 Jan. ***) - De toekomst van Amsterdam. 30 April 1896. - Water in Amsterdam. 6 Juni 1896. |
| 1896 | Over bouwen en nog wat. 22 Aug. |
[?] | | Zonderlinge juichkreet. *** Een vraag aan den gemeenteraad van Amsterdam. - Amsterdamsche toestanden. 20 Oct. |
| 1897 | Tariefsherziening. 28 Sept. |
| 1898 | Twee verrassingen. 18 Jan. - Handelsbelangen. |
[?] | | Handelsbelangen. Zondag 5 Maart. |
[?] | | Suriname - Vermogens- en successiebelasting. |
| 1899 | Amstels weeklacht, geschreven onder den indruk van het verdwijnen van Oud-Diemen; alleen het voorlaatste der 24 coupletten vinde hier een plaats: |
‘En alles in Oud Amstels wal
Betreurde nu Oud Diemens val,
En met een aaklig rouwgeklag
Zuchtte alles om den zwaren slag,
[?] | 1899 | De Havenwerken van Amsterdam door W. Toose, 5 Nov. (Eigen Haard). - Een oudejaarsklacht, 31 Dec. - Handelsbelangen, 1 Oct. |
| 1900 | Te wapen, te wapen! 18 Febr. - De stalling van Amsterdam. (Amsterd. Courant 26 April). |
[?] | | Nationale Arbeid, 19 Aug. - Het tarief van invoerrechten, 2 Dec. |
| 1901 | Amsterdam - Wereldstad? (Amsterdamsch jaarboekje). |
[?] | | Brochure Jos. Jacobson, Een ernstig woord tot zijne landgenooten, 25 Febr. - Voorheen en thans. - Bouwtoezicht (na 1898). |
| |
| |
[?] | 1902 | Suriname, (Algemeen Handelsblad). - Jacob van Lennep, (Herinnering aan zijn geboortedag, 21 Maart 1802, na 100 jaar), (De Amsterdamsche Courant). |
[?] | 1904 | Dierenmishandeling, 7 Oct. |
[?] | 1905 | Hondenmishandeling, 4 Sept. - Mishandeling van dieren, 10 Sept.- Straatmisbruik en dierenmishandeling, 12 Oct. |
Behalve deze opstellen van grooter en kleiner omvang schreef Muller tal van boekaankondigingen, vooral in de Gids.
E | 1854 | Recensie van De Practische Volksalmanak. |
GB | 1854 | De wet op de bieren in de Nederlandsche brouwerijen door B.M. Perk. - H.J. Koenen. Voorlezingen over Handel, - over Scheepvaart. - Handelsgeschiedenis. |
E | 1855 | Rec. Pract. Volksalm. - Overzicht Nederlands Handel en Scheepvaart I en II. - Spreken en Schrijven. |
GB | 1855 | Rijk en arm door Mevrouw Marcet. - Over publieken geest. Voorlezing van Mr. A. van Delden. - De Nederlandsche wetgeving op de vreemde geldligtingen. door R.V. Heyliger. - Geschiedenis van Neerland's koophandel (enz.) door K.K. van der Krap. - De vrijheid van Handel en Scheepvaart en haar invloed op nijverheid en volkswelvaart, door H. Dunkley. - G.P.R. James. De valsche erfgename. |
GB | 1856 | H.A. Wijnne. Waarde, geld en crediet in den Wereldhandel, volgens de beginselen van John Stuart Mill. - Practische Volksalmanak, 1856. - G.A. van Limburg Brouwer, Opmerkingen over Armen-Verzorging. - G.K. van Hogendorp. Bijdragen tot de huishouding van Staat in het Koningrijk der Nederlanden, 2de uitgave. - E.H. von Baumhauer, Voorlezingen over de Nederlandsche Nijverheid enz. - E. van Voorthuyzen. Voorlezingen over de duurte der levensmiddelen. - J.T. Buijs. Voorlezingen over de Circulatie-banken, meer bijzonder in Frankrijk, enz. - J.W. Tydeman en I.C. Reesse, Jr. Statuten eener op te richten onderlinge Handel-Waarborg-Maatschappij. - Cruickshank. Achttien jaren aan de Goudkust. - Brandtz Mayer. Twintig jaren uit het leven van een slavenhandelaar. - De belastingen in Nederland. - Leesmuseum (enz.) onder red. van L.C. Cnopius. 5de jaarg. - Zeemansleven en zeemansrecht. Ervaringen en beschouwingen van een Zeeman. |
GB | 1857 | B.M. Perk. Proeve eener Wet, houdende belasting op de Bieren. - J.L. de Bruyn Kops. Handelscijfers, Overzicht van den in- uit- en doorvoer der Nederlandsche handelsartikelen van 1846-1855. - E. Testa, Notice statistique et commerciale sur la Régence de Tripoli et Barbarie. - De kleine Rothschild of aanwijzing voor kooplieden en zeevarenden, hoe door handel en scheepvaart rijkdommen te verkrijgen zijn. - Nuttig allerlei. Almanak voor het kantoor en de huiskamer. |
| |
| |
E | | D.H. Cordes. Doorgraving van Holland op zijn smalst. |
GB | 1858 | J.G.W. Fijnje. Bijdrage tot de kennis van het belang der Nederlandsche Spoorwegen. - Spoorwegen in Oost-Nederland. Voorstel van de Raden der Gemeenten Arnhem enz. - Handel en nijverheid. Het Tarief. - F.A.A. Mignet. Een man uit het volk (enz.). - G. Freytag. Soll und Haben. - De Handelsleer, of praktische theorie van den koophandel. - Lizzie Leigh. Het Pensionaat en andere verhalen. - H. Mayhew. Brieven uit de kostschool. - H. Scherer. Algemeene Geschiedenis van den wereldhandel. - Elise van Calcar, geb. Schiötling. Tabitha. Armoede en Weldadigheid [onderteekend: Een ex-Armverzorger]. |
E | 1859 | Rec. Practische Volksalmanak. |
GB | 1859 | J.J.A. Santhagans. Verhandeling over de Assurantie tegen de gevaren ter zee. - J. Kneppelhout. Mijne zondagen in het Vereenigde Koningrijk. - Wetenschappelijke Bladen. |
GB | 1860 | Praktische Volks-Almanak voor 1860. - Staatskrediet en Partikulierkrediet. Viertal brieven over de financiële kwestiën van den dag. - De volken van onzen tijd. - Groot-Brittanniën in zijn staatkundigen en maatschappelijken toestand. - De Grondwet. Overzicht der staatkundige gebeurtenissen. - T.J. Stieltjes. Eenige beschouwingen over Spoorwegen in Nederland. - Triumphs of Steam or Stories from the lives of Watt, Arkwright and Stephenson. - Nieuw tijdschrift gewijd aan alle takken van volksvlijt enz. onder red. van S. Bleekrode. - Oostenrijksche fondsen. |
GB | 1862 | De Nederlandsche Industriëel. Weekblad voor Nijverheid, enz. - Verslag van den handel, de scheepvaart en de nijverheid van Amsterdam, over 1861. - Wordt Amsterdam alléén gebaat door de doorgraving van Holland op zijn smalst? - R.G.B. de Vaynes van Brakell. Amsterdam weder eene zeestad - ΡΕΟΣ. Eenige aanmerkingen aangaande verschillende plannen tot daarstelling eener zeehaven aan de Noordzeekust (enz.). - Jhr. P. Opperdoes Alewijn. Kort betoog tegen de doorgraving van Holland op zijn smalst. |
E | 1863 | Rec. Wekelijksch Handelsoverzicht. |
GB | 1863 | Deutsche Handels-Correspondenz. - Wekelijksch Handelsoverzicht 1862. - L. Enault. Reis door Middel- en Zuid-Amerika. - Verslag van den Handel, de Scheepvaart en de Nijverheid 1862. |
GB | 1864 | Statistiek van den Handel en de Scheepvaart van het Koningrijk der Nederlanden, Jan.-Aug. 1864. - S. Smiles, George Stephenson. |
GB | 1865 | Nouette-Delorme. Le Crédit Mobilier et ses Valeurs. Histoire de douze ans. - De Maandbode voor den Handel. - Verslag van den Handel, de Nijverheid en de Scheepvaart van Amsterdam 1864. - Verzameling van Konsulaire Berichten en |
| |
| |
| | Verslagen over Nijverheid, Handel en Scheepvaart. Eerste Jaargang. - E.B.A.M. Gresnich, Redenen, waarom zoo vele studiën op het gebied der vreemde talen mislukken. - E.C. Mackay. Het leven van Richard Cobden, den Apostel van vrijen handel. - The Bubbles of Finance (enz.) By a Cityman. |
GB | 1866 | Bato. Tijdschrift voor Jongens. Uitgegeven door W. Marten Westerman. - Verslag over den toestand van Handel, Scheepvaart en Nijverheid te Amsterdam in 1865. - The Profits of Panics. Revelations of a Cityman. |
GB | 1867 | Verslag over den toestand van Handel, Scheepvaart en Nijverheid te Amsterdam in 1866. - F. Caballero's Werken. Clemencia. - De Meeuw. - La Gaviota. - Lucas Garcia. - Lagrimas. - Spaansche novellen. In het Nederlandsch vertaald. - Consulaire handelsberichten (Jaarboekje). |
GB | 1868 | J.J.A. Goeverneur. In den Tuin en op het Veld. - In 't Priëel. - Wörterbuch der Handels- und Geschäftssprache. - Karl von Scherzer. Statistisch-Commerziëlle Ergebnisse einer Reise um die Erde, 1857-1859. |
GB | 1869 | Verzameling der Consulaire en andere Berichten en Verslagen over Nijverheid enz., over 1868. - B. Auerbach. Das Landhaus am Rhein. - B. Vignon. De Idealen van Dominé van Beek. - A. Hope. Onze Jongens. - James Greenwood. Londen van de schaduwzijden bekeken door een onsentimenteelen reiziger. - B. Vignon. Ongelijk maar niet ongelukkig. - M.H. Jansen, Een brug over de Oceaan. Stoomvaart op Amerika. - F. Spielhagen. Binnen de Perken. - Jules Verne. De kinderen van Kapitein Grant. - Christine Muller. Lief en Leed uit eene kleine wereld. - J.J. Weeveringh. Algemeene geschiedenis der Staatsfinanciën: I. De financiën en de financiëele Geschiedenis van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika - Buitenlandsche handel en scheepvaart 1861-65, 69. Jaarboekje. |
GB | 1870 | Directe Stoomvaart op Java door het Suez-Kanaal. - Gödel-Lannoy. Notizen zur Orientirung in den durch den Suez-Kanal erschlossenen West-Asiatischen und Ost-Afrikanischen Handelsgebieten. - M.W. Scheltema Ezn. Bibliotheek van Volksvoordrachten. - H.C. Rogge. Algemeene Bibliotheek. - Daniël de Foe. Het leven en de lotgevallen van Robinson Crusoë. - A. Pisemski. Tausend Seelen. - A. Trollope. Phineas Finn. - N.J. den Tex. Egypte en het Suez-Kanaal. - C.A. Jeekel. De doorgraving der landengte van Suez. - A.G. Bosch. De Scheepvaart door het Suez-Kanaal. - Jhr. H.J.L. de Vaynes van Brake]. Zestien zeereizeu. Herinneringen uit een veertigjarige loopbaan bij de Nederlandsche Marine. - W. Collins. Man en Vrouw. - Prins Salm-Salm. Queretaro. Bladen uit |
| |
| |
| | mijn dagboek in Mexico. - Jules Verne. Onderzeesche reis om de aarde. - Schetsen en Verhalen van Christelijk leven. - F.G. Burnand. Gelukkige invallen. - C. Schmid. De werken van. - Richard B. Kimball. Jong Amerika. - Amelia Godin. Een roman. - Bibliotheek van Volksvoordrachten. - H. de Veer. Frans Holster. |
GB | 1872 | Murk's Twaalfde. - Miss Poole. Zonder Getuigen. - Florence Montgomery. Verkeerd begrepen. - Differentiëele Rechten in Nederlandsch Indië, door een Amsterdamsch Koopman. - Een woord aan allen, die belang stellen in den bloei onzer Koloniën, in verband met onzen handel en onze industrie. - Bow Bells. Tegen stroom of Paul de Vagebond. - Statistiek van den Handel en de Scheepvaart van het Koningrijk der Nederlanden 1864-1872. - Mijne ervaringen in de Londensche achterbuurt. - J.J. Putman. Cervantes Reis naar den Parnassus. - Bibliotheek van Volksvoordrachten. - Algemeene Bibliotheek. - Florence Montgomery. Thrown together. - Dr. Jan ten Brink. Haagsche bespiegelingen uit den oorlogstijd, 1870-1871. - John Halifax. Hanna. - Florence Marryat. Haar Heer en Meester.
Een beroep op Amstels Jufferschap. (De Amsterdammer). |
GB | 1873 | Mr. T.M.C. Asser. Schets van het Nederlandsche Handelsrecht. - L. Kompert. Uit het leven der Duitsche Joden. - Louise M. Alcott. Onde en Nieuwe Zeden. - Jules Verne. Twee Tochten over den Oceaan. - J. de Bosch Kemper. Schetsen uit en voor het volksleven. - M.W. Scheltema Ezn. Een nieuwe bundel Schetsen. - Hoe Jaapje Splatten door de wereld kwam. - Gebroeders Klimop. - Algemeene Bibliotheek. - Verslag der Algemeene Vergadering van de Vereeniging ter bevordering van Fabrieks- en Handwerksnijverheid 1872. - Catharina F. van Rees. Een Koningin zonder Kroon. - De Spaansche Broeders. Een verhaal uit de zestiende eeuw. - Victor Cherbuliez. De vergelding van Joseph Noirel. |
GB | 1874 | E.G. Bulwer Lytton, Biografie en Kritiek, door Dr. Jan ten Brink. - J.J. van Oosterzee. Op reis. Bladen uit de Portefeuille. - Emma Jane Worboise. Chrystabel. - Joachim Mähl. Uit de Oude Doos. I. Ziguner Mieke. - Florence Montgomery. Gedwarsboomd. - E. Marlitt. De Tweede Vrouw. - B. Auerbach. Walfried. - De Jonker van Adrichem. - G. van den Berg. 1572. - Mrs. Ellis. Plicht en Roeping der Vrouw. - Miss Thackeray. Old Kensington. - Louise van François. De laatste van haar Geslacht. - Herman Schmid. De Beijersche Hiezel en Noord en Zuid. - H. Koorders-Boeke. Ons eigen Boek. - Algemeene Bibliotheek. |
GB | 1875 | De handel van Nederland in de laatste 25 jaren, 1847-71. - Handelsfeiten. - Arbeiderswoningen. Homes of the London |
| |
| |
| | Poor by Octavia Hill. - Pietro Fanfani. Cecco d'Ascoli. - Miss Rhoda Broughton. Met Vuur gespeeld. - C.M. Yonge. De Weezen van den Predikant. - Mrs. May Agnes Fleming. Wie is zij? - Louise M. Alcott. De Hand aan den Ploeg. - Rosalie en Virginie Loveling. Novellen. - Miss Mulock. Mijne Moeder en ik. - A. Werumeus Buning. De erfenis van den Burgemeester. - Gustave Droz. Een lastige Vrouw. - D. Marvel. Droomen en Fantasiën uit de jaargetijden des levens. - Samarow's Europeesche Mijnen en Tegenmijnen. |
GB | 1876 | Het Hooger Onderwijs te Amsterdam. Een woord van den Handel. - W. Black. Een Prinses van Thule. - Florence Marryat. Vrouwenliefde en Vrouwenarmoede. - M.A. Fleming. Het ontzettende Geheim. - W.H. Ainsworth. De vrouw van den Goudsmid. - Mrs. Oliphant. Een Juniroos. - A.L. Poelman. Toen ik nog een kind was. - Fromont en Risler door Alphonse Daudet. - J.A.C. van Leeuwen. Neêrland's Jongelingschap en Neêrland's Handel. - M. van Walcheren. Van Kind tot Vrouw. - Marlitt. In het Huis van den Handelsraad. - William Black. De lotgevallen van een Phaëton. - Edward Jenkins. Klein Duimpje. - Verzameling der consulaire berichten en verslagen over nijverheid, handel en scheepvaart, 1874, 1875. Jaarboekje. |
GB | 1877 | B. Auerbach. Nach dreissig Jahren. - H. Sander. Das Leben Felders, des Bauers, Dichters und Volksmannes. - Zes dochters. Eene familiegeschiedenis. - E. Jenkins. De Duivelsketen. - Algemeene Bibliotheek. - H.F. Chappuis. Renée. Een verhaal. - I. Turgenjew. Neu-Land. Roman. - C.W. Margadant. Wetten en Besluiten tot regeling van of in verband staande met het consulaat der Nederlanden verzameld en toegelicht. - Henriette van Oosterzee. Frieda de Montigny. - Christine Muller. Wilmerdonck. - H. de Veer. Toen en nu. |
GB | 1878 | D. van Hasselt. Mevrouw Holtings vrienden. |
GB | 1879 | Henriëtte Voorhoeve. De Linde. - A. Vespucci. Dal mio giornale. - G.J. van der Hoeve. Een zonnetje in huis. - Salvatore Farina. Prima che nascesse. - Le tre Nutrici. - Volksalmanak 1879. Tot Nut van 't Algemeen. - Henriëtte Voorhoeve. De Linde. - Florence Montgomery. De Familie Seaforth. - Arno. In Engen Kring. - Josephine Giese. Lentestormen. - G.J. van der Hoeve. Het vervloekte Huis. - Justus van Maurik Jr. Uit het volk. - Johanna van Woude. Hare roeping getrouw. - M. van Walcheren. Zijn Zuster. - Mevrouw van Westhreene. Benijd en Beklaagd. - Ed. Swarth. André. - W.E. van Groenendaal. Een Verhaal zonder titel. - Salvatore Farina. Eer hij geboren werd. - De drie Minnen. - Verborgen Goud. - Schetsen en Verhalen. - Mrs. Edwardes. Daphne. - W.N. Wolterink. In Vuur en Stormwind. - |
| |
| |
| | Salvatore Farina. Mio Figlio s'innamora. Coraggio e avanti. - M.W. Maclaine Pont. Verborgen Schuld. - Jan ten Brink. De Familie Muller Belmonte. - Handelsarchief of Consulaire Verslagen? Jaarboekje. |
E | 1882 | Onze ambachtslieden. - 1882, 83, 84, 88 en 89. De Nederlandsche Naamlooze Vennootschappen door Mr. A.H. van Nierop en Mr. E. Baak. |
GB | 1882 | Antoinette. Gure Lente. Heideroosje. - Salvatore Farina. Ons Kroost. - Il signor Io. Roux e Favale. - Overzicht der Vennootschappen (Jaarboekje). |
E | 1885 | Vliegende blaadjes. Leaflets of the Cobden Club, I-XXIII. - Een paar goede geschriften. Kamer van Koophandel te Enschedé en Naamlooze Vennootschappen Mr. van Nierop en Mr. Baak. |
| 1887 | Twee onmisbare boeken. Naamlooze Vennootschappen v.N. en B. - Dingers overzicht der Effecten. |
| 1888 | Handelsverslagen. Amsterdam, Rotterdam, Enschedé en Hengelo. |
Deze meer dan 450 titels van zijne grootere en kleinere geschriften zijn wel de beste toelichting om den onverpoosd en onvermoeid werkzamen geest te leeren kennen, die Mullers deel mocht blijven, totdat hij ruim tachtig jaren oud was geworden. Op velerlei gebied heeft hij zich bewogen: handel, scheepvaart en nijverheid, staathuishoudkunde en statistiek, onderwijs en opvoeding, volksgeschriften, zeewezen, land- en volkenkunde, vreemde en eigen letteren.
Wel had hij recht bij een terugblik op zijn leven te spreken van zijne ‘62 galeijaren.’
Verbeteringen en toelichtingen bij mijne levens- en karakterschets:
Bl. | 9 r. 10 v.b. '69 lees '66 |
Bl. | 11 r. 9 v.o. Muller werd lid van den gemeenteraad in 1864. |
Bl. | 13 r. 16 v.o. was lees: waren |
Bl. | 14 r. 14 v.b. Fhemis lees: Themis |
Bl. | 17, 20 en 99 komt de naam C.F. Stork voor. Men verbetere C.T. Stork. |
Bl. | 18 r. 5 v.b. maar - lees: en |
| |
| |
Bl. | 18 r. 7 v.o. (noot) 1856 lees: 1865 |
Bl. | 23 r. 8 v.b. 1853 lees: 1852 |
Bl. | 34 r. 10 v.b. twee dagen lees: ruim anderhalf jaar |
Bl. | 69 leze men r. 13 vv. ‘toen een telegraphische depêche uit Nederland naar een der naburige Engelsche Koloniën in de West moest worden overgebracht om vandaar met een zeilschip of een toevallig aankomende stoomboot in onze kolonie te komen’. |
Bl. | 82 r. 8 v.b. komt een woord van Potgieter voor, dat ik uit het geheugen aanhaalde. Naar de letter luidt het - zie zijn brief aan Cd. Busken Huet, dl. I, bl. 314, - ‘Ondanks de familiekwaal der overdrijving is er zooveel flinks in zijn karakter, dat de oude sympathie voor hem meest van allen is weergekeerd’. Nov. 1868. |
Bl. | 88 verzuimde ik onder de mannen van naam uit Mullers tijd op te nemen zijn vriend Jos. A. Alberdingk Thijm. Met hem, H. de Veer, A.F. van Gendt en ruim 1700 ingezetenen van Amsterdam heeft Muller in 1873 geijverd om het Paleis op den Dam aan zijne oorspronkelijke bestemming als Raadhuis terug te geven. Geestig schreef Thijm in die dagen aan Muller: ‘Is het geen ellendige épiciers- toestand, dat eene stad van bijna 300.000 inwoners er in berust, dat zijn hoofdgebouw, om het quartier de burgers en vreemdelingen in de ooren klingelt: ‘ik ben niets; ik ben geen paleis, en geen stadhuis; ik ben het 8ste wereldwonder der XVIIde eeuw, maar de burgerij berust er in, dat ik kadaver blijve, en eens in 't jaar 7 dagen lang galvaniesch tot zotte sprongen gedwongen worde’. Wat zou een Engelschman, wat ook maar een Belg van zulk een toestand zeggen? - Te lang heeft dit schandaal aangehouden. Laten wy doen wat wy kunnen om het wech te nemen’
Uw vriend
Alb. Th. |
Bl. | 93 r. 10 v.b. medeminnaars lees: medeminnares. |
Betreffende Mullers bibliotheek, die hij aan de Amsterdamsche Universiteit legateerde, zij herinnerd hetgeen Dr. C.P. Burger Jr. als bibliothecaris in zijn verslag over 1908 openbaar maakt:
‘Groot was altijd Mullers liefde voor boeken geweest - dit was, zooals hij zelf gaarne vertelde eene erfelijke eigenaardigheid in de familie - en de door hem jaren lang bijeengebrachte verzameling brengt nu tengevolge van eene door hem gemaakte beschikking eene belangrijke aanvulling van onzen boekenschat. Vooral zijn het
| |
| |
letterkundige werken, maar ook geschiedenis, economie en handel zijn sterk vertegenwoordigd. Engelsche boeken vormen de meerderheid maar bijna alle Europeesche talen, ook Spaansch en Italiaansch, vindt men in deze rijke boekenverzameling’.
15 Nov. 1909.
Dr. Joh. Dyserinck.
|
|