bondigheid gepaard, en in zuiver latijn, werden de gemaakte tegenwerpingen door den Heer van der Boon Mesch beantwoord, 't welk hem tot te grootere eer verstrekte, omdat die tegenwerpingen, deels ingebragt door mannen achtbaar om hunne jaren en beroemd door hunne kundigheden, allen wel doordacht waren en met zeer veel kracht werden aangedrongen.’ De toenmalige Rector Magnificus van der Palm, noemde dien dag een der luisterrijksten van de Hoogeschool. Het daaropvolgend Proponentsexamen bevestigde zijn reeds verworven naam door de mare die er van uitging.
Heino bij Zwolle was zijne eerste standplaats, Vlaardingen zijne tweede en Leeuwarden zijne derde en laatste. Er is naauwelijks iemand zóó om strijd begeerd geworden in de Kerk, als hij. Hij werd onder anderen beroepen te Velsen, te Kampen, te Schiedam, te Haarlem, te Utrecht, tweemaal te Amsterdam, tweemaal te 's Gravenhage, en driemaal te Leiden. Hij predikte geheel uit het hoofd en de verbazend groote schare van toehoorders, die hem steeds bleef volgen, getuigde van de bijzondere gaven hem verleend. Van der Palm, dien hij bestudeerd had, stond bij hem als kanselredenaar boven aan. Zulk een' gevierden spreker kende onze Maatschappij in het jaar 1828 te regt het lidmaatschap toe.
Dat hij zoo vele en zoo aanzienlijke beroepingen van de hand wees lag niet minder in het juist en diep besef van den omvang en het gewigt zijner taak, dan in de al te geringe gedachten, die hij van zichzelven koesterde. Vandaar ook, dat hij voor het Professoraat te Franeker bedankte en later de aanbieding om te Groningen de plaats van Professor Muntinghe te vervullen, niet opvolgde. Hij was een groot voorstander van de grammaticale interpretatie. Door zijne ongemeene vlugheid en zijn verbazend geheugen kon hij plaatsen en woorden van beroemde schrijvers met ongeloofelijke naauwkeurigheid weêrgeven. Zijne godsvrucht was opregt, kinderlijk geloovig en ademde eenen milden, vrijen Evangelischen geest. Onverdraagzaamheid kon hij evenmin dulden als ligtzinnigheid en waan-