zestigste levensjaar reeds voltooid zag. Maar onwillekeurig toch is daardoor de indruk weêrgegeven, dien zijn voorkomen steeds op mij en anderen maakte.
Van Harderwijk, namelijk, scheen een tiental jaren jonger dan hij werkelijk was, en toen hij mij kort vóór zijn afsterven verhaalde, dat hij reeds meer dan twee en veertig dienstjaren telde, kwam dit mij schier ongelooflijk voor. Hij werd echter, te Leeuwaarden, op den 19 Januarij 1784 geboren en, na in zijne vaderstad, maar vooral te Rotterdam onder den geleerden en geroemden Nodell, voor de Hoogeschool zich te hebben voorbereid en eerst te Utrecht, daarna vooral te Leiden, voor den Predikdienst te zijn gevormd, reeds in 1804 te Abbenbroek, onder de Klassis van Voorne en Putten, tot Herder en Leeraar verkoren. Wel is waar kon de op hem uitgebragte beroeping geen voortgang hebben, dewijl hij, toen jonger dan hij scheen, den vereischten ouderdom nog niet had bereikt. Doch reeds in het volgende jaar aanvaardde hij de H. Bediening te Vinkeveen, werd van daar, in 1812, bijna gelijktijdig naar Warmenhuizen, in Noord-Holland, en Warrega c.a. in Friesland beroepen, en verwisselde laatstgenoemde standplaats, in 1817, met Katwijk aan Zee.
In deze talrijke Gemeente, welke een' tweeden Leeraar sints lang zoo zeer behoefde, vervulde hij, door eene onwankelbare gezondheid gesterkt en door zijn heiligen ijver even zeer als door de algemeene liefde en achting aangevuurd, alleen, en tot uitgebreiden zegen, de vele en vaak moeijelijke pligten, die hem waren opgelegd. Hij was als aller vriend en vader, niet het minst der talrijke behoeftigen onder deze visschers-bevolking; tevens met vaste hand tucht en orde handhavend, ook in verschillende Kerkelijke of andere administratiën, waarin hij betrokken was. Zijne Medebroeders in de Bediening betoonden hem hunne achting, door hem jaren lang te benoemen tot Praetor van den Ring van Noordwijk, en meermalen bekleedde hij in het Klassikaal Bestuur van Leiden eene niet onbelangrijke plaats.
Intusschen was zijne studeerkamer hem steeds eene geliefkoosde verblijfplaats, de keurige en belangrijke Boekerij, welke hij bijeen bragt, gelijk eene uitgezochte Penningverzameling, zijn troetel-