Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt
(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij
[pagina 159]
| |
Vol van gunst, en deught,
Der menschen troost, en al des Hemels vreught.
Het eerste werck dat van Godts handen
Na sijn even-beeldt
Voor Locht, Zee, Vier, en Landen
Geschapen wierdt, en voorgestelt.
Een en kort begrijp van sijne macht,
En soet vermaeck, daer hy met wel behagen
Na sijn hert, en lust
Met ons hier woont, Godt ende Mensch in rust.
O edel Vat vol van genaden,
Stort den overvloedt
Op ons, vol van misdaden:
d'Onreyne vaten gunste doet.
| |
[pagina 160]
| |
Van u, ô Maeght, vloeyt ons geluck,
Door u wy troost, en saligheyt verwachten,
En aen u alleen
Geeft Godt sijn Woordt, en maeckt sijn goedt gemeen
|
|